Psychosociaal
een vooruitblikInleiding.
Met dit psychosociale blog belicht ik mijn gedachten rond de aspecten van het psychische en het sociale. Het psychische heeft een breed betekenis gebied. Het is geassocieerd met het denken, het verstand, de cognitie en de wilsbeschikking, maar ook met het voelen, de emoties en de ziel.
Aangezien het individu en zijn psyche niet in een vacuüm leeft, wordt het sociale aspect van het menselijk ‘Zijn’ vertegenwoordigd door de cycli van interacties die tussen mensen in samenlevingen plaatsvinden. Interactie opgevat als de wederzijdse invloed die individuen op elkaar hebben. Interactie brengt gevoel en emotie. Interactie beïnvloedt gedrag en creëert atmosfeer in individuen en relaties.
In dit blogdeel vlieg ik over deze aspecten heen. Om die aspecten tot een eenheid te smeden, moet ik beginnen met te praten over God. Wie of wat Hij is en wat Hij schenkt of niet. Ik wil je duidelijk maken welke impact Hij heeft op de psychosociale aspecten van het individu en de gemeenschappen waarin het individu zich beweegt.
Hier, in deze vooruitblikkende tekst een korte inleiding. De rest van de Godteksten heb ik apart geplaatst onder de titel ‘Over God en het Goddelijke.” En onder de titel “Over feminiteit en masculiniteit” praat ik over de energieën van het vrouwelijke en het mannelijke. Het zijn ‘site-step’ teksten binnen dit psychosociale blog.

God is een Eenheid van schijnbare tegenstellingen.
God is een Almachtige Energie. Energie is IETS dat aanwezig is dat impact heeft. Energie is IETS dat de macht bezit tot verandering te prikkelen. Hoe je het wendt of keert wie of wat God ook is of niet is, Hij bezit de macht tot prikkelen en tot veranderen. God en het Goddelijke afwijzen of toelaten beïnvloedt daarmee het individuele (wijze van) ‘Zijn’. God bezit de macht je te prikkelen het oude los te laten en het nieuwe te omarmen. Het oude loslaten vereist moed. Het doorbreken van oude gewoonten vereist daadkracht.
Het herkaderen van denkpatronen vereist de moed je angsten toe te grijnzen. Het individu dat overvallen is geworden door God kent die moed , bezit die daadkracht en lacht zijn angsten toe. Het individu dat overvallen is door God is verlicht en bevrijdt. Het door God overvallen individu bezit zichzelf. Het door God overvallen individu beschikt over zichzelf.
Je kan jezelf de vraag stellen: “Wie of wat is dan die Energie die je plotseling en uit het niets optilt, op de benen zet en de kracht tot bevrijding schenkt?” Is die Energie Iets dat buiten jezelf ligt of is de Energie een macht die altijd in jezelf gezeten heeft, maar zich in het duister ophield? ”
‘Waarmee of met WAT ben je dan zo plots overvallen?” Of ben je gewoon door jezelf overvallen geworden. Een overval die aan jou plotseling een gevoel van Almacht schonk. Een gevoel van Goddelijkheid schonk.
Zou dat gevoel de manifestatie kunnen zijn van een hogere dimensie van Bewustzijn? Is dat gevoel gelijk aan getranscendeerd zijn?” Is God ervaren niets anders dan verandering van bewustzijn. Een verandering die weer de manifestatie is van het verkrijgen van inzichten en een toename van wijsheid omdat je plotseling de antwoorden van al je vragen in de schoot geworpen hebt gekregen? Is Dat verschijnsel dan God die je toegelaten hebt of heb je jezelf uit de spelonken van je Zijn getrokken?
Is die overval met het ‘Goddelijke gevoel’ mogelijk de bevestiging van de vervolmaking van een innerlijke reis? Een reis die je langs de randen van je innerlijke feminiene en masculiene energieën leidde. Een reis die tot begrip, onvoorwaardelijke aanvaarding en vertrouwen en daarmee vervloeiing van die energieën leidde. Waarmee je een Eenheid werd voorbij schijnbaar tegengestelden. Is het deze innerlijke reis die aan elk menselijk individu haar of zijn Waarachtigheid schenkt? Is het dit Waarachtige individu dat zichzelf bezit? Is het dit Waarachtige individu dat, als manifestatie van haar of zijn zelfbeschikking, het vrije individu is?
Zou het dan zo kunnen zijn dat de op uiterlijkheden gerichte ego trip reis, een reis is die het individu uit zijn lichaam naar buiten toe trekt? Is het deze naar buiten toe gerichte reis die het individu aandacht laat schenken aan het vinden van externe ‘waarheden’? Is het deze naar buiten toe reis die tot splijting en dissociatie leidt? Is dat een splijting van ziel en het ego en haar beredenerende verstand?
Een splijting die begrip, onvoorwaardelijke aanvaarding en vertrouwen en daarmee Eenheid in de weg staat. Zou het dan zo kunnen zijn dat het ‘gespleten’ individu zich mogelijk als een ‘leugen’ of als een ‘illusie’ ervaart? Zou dit ‘gespleten’ individu dan mogelijk chronisch blijven jagen op bezit van geld, status, uiterlijkheden en op macht als controle middel ? Zou het dan ook zo kunnen zijn dat het ‘gespleten’ individu dat alles gebruikt als schild of als camouflage om haar of zijn gebrek aan Eenheid en kwetsbaarheid te verhullen?
Is het dan mogelijk zo dat dit ‘gespleten’ individu het ( in zichzelf) gevangen individu is? Zou het misschien zo kunnen zijn dat dit ‘gespleten’ individu zich, vanwege haar of zijn ‘ophangingen’ aan bezit en uiterlijkheden, verstikt voelt? Zou het dan ook zo kunnen zijn dat het vanwege die verstikking ‘angstig’ is voor de dood? Zou het zo kunnen zijn dat de vertikt gespletene enorme haast heeft in het leven en chronisch jaagt op ‘ademruimte’ . Zou het zo kunnen zijn dat de verstikt gespletene vermoedt dat zij of hij die ademruimte vindt in macht, controle en bezit van uiterlijkheden? Leeft de wereld daarom in een narcistisch psychopathische toestand van ‘Zijn’?

Alles dat ik hallucineerde dat God zou kunnen zijn, is werkelijkheid. Waarmee ik tot de realisatie kwam dat dàt wat ik me verbeeldde God te zijn, het Al is. Een Al dat Heel is, dat een vers zingt dat één is. Dat wat ik als God benoemen ging, is werkelijk een alomvattende energetische tijdloze oneindigheid met de macht tot transcendentie. God is Oerkracht die oneindigheid in mogelijkheden schenkt, waar alles waarschijnlijk is. En onmogelijk niet bestaat.
Dat wat ik als God ben gaan zien, is een energetisch geladen tijdloze Oneindigheid. God is als onbegrensd ongebonden energetisch geladen tijdloos Verschijnsel een Intellect en de Ziel van het Al. Waarmee dat tijdloze Godverschijnsel Bewustzijn is. God schenkt aan ‘Alles dat Zijnde is’ individuele ziel, intellect en daarmee ‘besef te Zijn’. God schenkt bestaan, zingeving, betekenis, wijsheid en een ‘wijze van ‘Zijn’.
God is het vermogen Eenheid te creëren uit tegenstellingen. God is een symmetrisch concept van energie relaties. Waarmee God een Energie is voorbij polariteit, die met zichzelf vervult is. Het is wat het Universum is. God is leven, ziel en bewustzijn. Het universum is er zwanger. Waarmee het universum zwanger is van het Goddelijke. ‘Alles dat Zijnde aanwezig is’ op aarde, inclusief de moderne mens, is daarvan de incarnatie. Het Goddelijke vertegenwoordigt zich in en drukt uit middels het lichaam. Waarin zich een Heilige Geest bevindt dat gerelateerd is aan de Ziel van het AL dat God is. God, Ziel, Heilige Geest en het lichaam zijn hetzelfde fenomeen van energetische oneindigheid.
God schenkt besef te ‘Zijn. Maar laat Zijn Ziel, waarin de individuele ziel en het intellect wortelen, buiten het individuele bewustzijn. God is in het individuele een onbewuste energie. God is een onbewuste energie die individuele transcendenties faciliteert. God is een energie die grond geeft aan Ying en Yang, aan het onderworpene en het opstandige, aan het vrouwelijke en het mannelijke.
Het Goddelijke individu is dan een Eenheid van schijnbare tegenstellingen met de macht te transcenderen. Als manifestatie van doorbraken raakt het transcenderende individu meer en meer met zichzelf en daarmee met het Goddelijke vervult. Het schenkt hem of haar het vermogen ‘alles machtig en oneindig in verschijningsvormen te zijn’. De almacht die het Goddelijke individu bezit, is verwant aan de oerkracht van het universum. Waarmee het aardse Goddelijke individu een oerkrachtige Entiteit voorbij polariteit is. Het oerkrachtige individu is een symmetrisch concept van potenties.
De teksten onder de knop God en het Goddelijke zijn de neerslag van mijn gedachten-stuiteringen rond God en de impact die Hij heeft. Stuiteringen die grond geven aan mijn stelling dat God ‘de Eenheid is van schijnbare tegenstellingen’ Eenheid schenkt een individu Goddelijkheid en daarmee een gevoel almachtig te zijn. Waarmee het zich Goddelijk voelende individu een energetische oneindigheid is.
Deze inleidende tekst hier geschreven is net zo goed een samenvatting van de God gedachten-stuiteringen, als dat het een blik voorwaarts is van die teksten.
God schenkt Heelheid.
God openbaart zich in het individu als visioen, als droombeeld, als AHA-Erlebnis, als intuïtie, als instinct, als de energie van de seksualiteit, als het licht van de sensualiteit als een ‘Weten zonder te weten’. God draagt informatie van zichzelf en daarmee van het Al over. God toelaten schenkt Eenheid. Innerlijke vrede, verdraagzaamheid, eerbied, liefde, vrijheid, overgave en oerkracht zijn daarvan de manifestaties. Waarmee ik God toelaten gelijk stel aan jezelf toelaten jezelf te zijn.
Jezelf Zijn is het leven naar jouw ‘Waarheid’. Jezelf Zijn is het leven in Waarachting van je ziel. Wat overeenkomt met bevrijdt zijn. God afwijzen is gelijk in afwijzing van jezelf leven. God afwijzen geeft ruimte voor de duivel. De duivel is het vermogen splijting te creëren.
God afwijzen schenkt elk individu innerlijke splijting, waarvan onrustige gejaagdheid (anxiety), innerlijke angsten voor oordeel, gevoelens van ontoereikendheid, van zelf minachting en onbewuste predatie angsten de verschijnselen zijn. Het maakt het individu bevattelijk voor onderwerping, voor afhankelijkheid en schenkt gevoelens niet te mogen ‘Zijn’ wat het ergens voelt dat het individu is. De duivel schenkt de gevangenschap van het ‘marionet-‘Zijn’.
Niet alleen het gevoel naar de pijpen van anderen te moeten dansen of opgehangen te zijn aan een systeem dat het individu chronisch opjaagt te zijn als het systeem en in gedragsrollen duwt waarvan het (onbewust) walgt, maar juist ook het verinnerlijkte gevoel onmachtig te zijn tot het afwijzen van ouderlijke dictaten en overtuigingen, tot het afwijzen van het systeem, onmachtig te zijn tot het afwijzen van het duivelse, onmachtig te zijn het vermogen te bezitten zichzelf te redden en zelfverantwoordelijkheid te dragen voor het leven dat hij of zij leidt.
Het ‘gespleten’ individu is feitelijk de marionet van de eigen onmacht innerlijke Eenheid te creëren. Die onmacht is de manifestatie van de angst niet te ‘Zijn’ als ieder ander als het niet is als ieder ander. Het onmachtige individu is niet zichzelf en zal chronisch jagend zijn op de identiteit van zichzelf. Een zelf dat het individu niet vinden zal als het niet door heeft dat het chronisch de door de samenleving gepresenteerde pseudo identiteiten najaagt.
Deze onmacht wortelt in het onvermogen weerbarstig op te ( durven) staan tegen de wetten, de dictaten, de conventies, de overtuigingen en de tradities aangedragen door de ouders. De moed virtueel de banden met de ouders door te knippen, schenkt het volwassen individu authenticiteit, schenkt autonomie, schenkt autoriteit. Het zijn de manifestaties van het vermogen autodidact te zijn. Het schenkt haar of hem het vermogen haar of zijn leven zelfstandig richting, vorm, kleur en inhoud te geven.
Het onmachtig individu zal almacht verwerven als het in staat is innerlijke op te staan tegen zijn angsten ‘zichzelf’ te (mogen) ‘Zijn’ en de bevattelijkheid af te werpen voor oordeel en de schuldgevoelens niet te ‘Zijn’ als het systeem of als ieder ander. Dat moment komt als een openbaring als het individu in begrip, onvoorwaardelijke aanvaarding en vertrouwen zichzelf accepteert.
Waarmee het individu God als Verschijnsel van innerlijke vrede, rust, stilte, geluk en genot heeft toegelaten. Als manifestatie van Eenheid schenkt God toelaten het individu een ‘orgastisch ‘Zijn’, met vrijgave van zichzelf aan zichzelf en de wereld als gevolg.
‘Orgastisch ‘Zijn’ is een toestand van hoog energetische spirituele geladenheid in vreugde en liefde ‘Zijn’. God van de religie is niet mijn God. Mijn God is de manifestatie van het gevoel een ‘orgastisch spiritueel liefdevol oerkrachtig wezen’ te zijn.
Energie is ‘iets dat aanwezig is’ dat de macht tot veranderen bezit. Energie is ‘iets’ dat impact heeft. Energie is ‘iets’ dat gevoelig is en gevoelig maakt voor informatie. Omdat door lading verschillen ( trillingsfrequenties) de wederzijdse beïnvloedingen immer tot een ( tegen) reactie leiden is energie gelijk bewustzijn. Energie weet echter niet dat het bestaat. Energie heeft geen zelfbesef, ondanks haar aanwezig zijn. Energie is een onbewust bewustzijn. Energie is een onbewustheid dat bewustzijn schenkt aan het Al, dat leven is.

De energie van het AL is daarmee een alomvattend intellect. Een intellect dat informatie draagt en informatie conserveert. Informatie is de manifestatie van energie Energie is de uitdrukking van elektromagnetische trillingen. Waarmee bewustzijn, energie, licht en leven de manifestaties zijn van elektromagnetisme.
Door middel van oxidatie en reductie processen conserveert dat elektromagnetische energie verschijnsel zichzelf. Waarmee dit Verschijnsel een oneindig en tijdloos alomvattendheid is. Het conserveren van energie (van trillingsfrequenties) is voorwaardelijk voor het doorgeven van informatie. Hetgeen gelijk is aan geheugen en daarmee aan wijsheid. Het conserveren van informatie is voorwaardelijk voor het doorgeven van leven.
Leven dat, vanwege de conservering van informatie en door stressoren geprikkeld, telkens kan transcenderen naar hogere dimensies van energie en daarmee naar hogere dimensies van wijsheid als resultaat van de toename van energie en de uitbreiding van trillingsfrequenties. In elk organisme is dat geheugen in het DNA gegrift geworden. Waarmee het DNA de codes voor leven bezit en wijsheid doorgeeft. Leven is informatieoverdracht. ‘Alles dat Zijnde is‘ in het universum is daarvan de energetische manifestatie.
Energie is ‘iets’ dat beweging faciliteert en financiert. Energie creëert atmosfeer. Of die atmosfeer nu stilte of lawaai is of vrede of oorlog schenkt, het is die atmosfeer die Oneindigheid is. Oneindigheid is een alomvattende energetische tijdloosheid. Dit Goddelijk Verschijnsel schenkt stilte als echo van de vrede als manifestatie van het alomvattende weten, begrijpen, verdragen en aanvaarden, maar kan in frustratie de resonantie zijn van het duivelse.
Door God te gaan beschrijven ben ik dit paradoxale Verschijnsel als God gaan zien. God is de almacht uit schijnbare tegenstellingen een Eenheid te creëren. Waarmee God het Al is. Waarmee God een symmetrische Eenheid is van licht en duisternis, van liefde en haat, van vrede en oorlog. Het zijn de kenmerken van leven. Waarmee ‘Alles dat Zijnde is’ in het Universum Godskracht bezit. Die Oerkracht zit in het DNA gegrift. Prikkel en stresseer je DNA op correcte wijze en het geeft haar Oerkracht vrij. Het schenkt het individu tijdloze oneindigheid aan waarschijnlijkheden. In de volksmond heet dat transcenderen. Het is wat ( persoonlijke ) evolutie drijft.
“God is een Fenomeen. God is een Verschijnsel dat ergens ontstaan is. Alleen God weet waar.”
God beschouw ik gelijk aan de elektromagnetische energie aanwezig in het universum. God is een alom aanwezige alomvattende Oneindigheid. God is energie, materie en licht. ( E=MC2) God is daarmee Intellect en Ziel van het Al. God als fenomeen van licht is ‘iets stoffelijks’ en tegelijk ‘iets onstoffelijks’. God is in dit geval een ‘Energetische Oneindigheid’. Waarmee God een ‘Tijdloosheid’ is.
Het ontstaan van God kan echter ook het gevolg zijn van waanbeelden in de angstige of naar zingeving zoekende geesten van Homo Sapiens Sapiens. Om greep te krijgen op het ongrijpbare. Om het onverklaarbare te kunnen verklaren. Om zo lotsbestemming te kunnen verbeelden of om zingeving aan het leven te kunnen geven.
In het energie-materie-licht geval is God gelijk aan de energie van de kwantum plasma velden van het Heelal. Het wordt verondersteld dat dit onbegrensde oneindige energieveld de macht tot creatie heeft. ‘Alles dat Zijnde is’ in het universum zijn daarvan, inclusief alles dat leeft en (schijnbaar) niet leeft op aarde, hoogstwaarschijnlijk de nazaten.
Dan is ‘Alles dat Zijnde is’ geschapen naar het evenbeeld van God. Waarmee God zijn almacht toont. God is dan een ‘alomvattende Bezielde’ die ziel en daarmee leven in oneindigheid schenkt.
Ik wil dit iets nuanceren. Wellicht is het correct te concluderen dat ‘Alles dat Zijnde is’ in het universum, inclusief alles dat leeft en ( schijnbaar) niet leeft op aarde, niet een nazaat, maar in werkelijkheid God zèlve is.
Dan is ‘Alles dat Zijnde is’, inclusief Homo Sapiens Sapiens, een goddelijke fenomenaliteit, dat vanwege de onbegrensde transcendentie mogelijkheden, onbegrensde adaptatievermogens bezit. In het nazaat geval is ‘Alles dat Zijnde is’ op aarde en het universum een aftreksel van God. Een aftreksel dat niet geheel onbevlekt God zijn kan. In het nazaat geval kunnen de nazaten ‘bevlekte nazaten’ zijn. En daarmee ‘duivels’
In het God zèlve geval is ‘Alles dat Zijnde is’ op aarde en het universum de Onbevlekte Ziel van God. Waarmee ze God zelf zijn. ‘Alles dat Zijnde is’ op aarde en het universum bezit dan automatisch Godskrachten en almacht. Almacht opgevat als ‘alles machtig te (kunnen) zijn’. En ‘godskracht’ opgevat als het gevoel een tijdloos wezen te zijn dat zichzelf al prikkelend in ‘oneindigheid’ handhaaft. God is Ziel, God is leven. God geeft leven en daarmee zichzelf door.
God schenkt levenskracht aan ‘Alles dat Zijnde is’ om zichzelf voort te kunnen planten in alle varianten van zijn almacht. Als de voortplantingen onbevlekte nazaten schenkt, is leven oneindig. Waarmee leven, bezieling en God dezelfde fenomenen zijn van elektromagnetische tijdloosheid. Ze zijn daarmee dezelfde verschijnselen van licht.
God is in alle andere gevallen, dat wil zeggen dat wat zich als God in de geesten van Homo Sapiens Sapiens presenteert, een hallucinatie. God is dan gelijk een Fata Morgana. God is dan gelijk aan iets dat niet bestaat, maar zich als werkelijkheid presenteert. God is dan Placebo. God is dan een vluchtige gedachte, die laat geloven. God schenkt zo een fundament voor houvast, zingeving en bestemming.
Existentie is een uitlokking.
Beschreven in de oude geschriften zou God een zelfcreatie zijn. Daaraan twijfel ik. Ik vermoed dat God een uitlokking is, die, via derden, laat geloven dat Hij zichzelf geschapen heeft. God is uitgelokt geworden te gaan bestaan. Dat wil zeggen, Hij is geprikkeld geweest geworden om zich te openbaren. Wat betekent dat Hij zich voordien ergens schuilhield.
In mijn visioen van God is Hij een uitlokking en geen zelfcreatie. God is een creatie van iets dat hem geprikkeld heeft. Dat gaat op zowel voor God ontstaan uit de kwantum energievelden als ook voor God als een visioen van de menselijke niet begrijpende, angstige en zingeving zoekende geest.
Ik denk dat Hij een geschapene is van iets dat ook weer een schepping is van iets, en dat ook weer een schepping van iets is, dat ook weer een schepping is ….. etc etc. God is daarmee alom aanwezige alomvattende oneindigheid. God is een tijdloos fenomeen. God is een Verschijnsel waar je niet om heen kunt. Omdat God leven is.
God, leven en het besef te leven is de manifestatie van spiegelingen. En het bewust te zijn van die reflecties. Reflecties die doen geloven dat Ik Ben. Te beseffen dat Ik besta is de uitdrukking van een uitlokking.
Bewustzijn schenkt existentie als manifestatie van de spiegelende prikkelingen van tegenstellingen. Besef te bestaan is het resultaat van resonanties. Bewustzijn als uitdrukking van resonanties brengen gevoel, emotie en daarmee schenken resonanties betekenis, waarde en zingeving als de essenties van Zijn.

“Bewustzijn is een besef te Zijn. Zelfbewustzijn is het besef van het Zelf als een manifestatie van een spiegelende prikkel”.
Ruud Elfers
Zelfbewustzijn bouwt voort op dat wat er gezien en ervaren wordt. Zelfbewustzijn is een innovatie en niet een creatie. Zo was en is het ook met God, althans dat alles is mijn aanname.
God was ooit ‘iets dat ergens in de lege nietsheid van het Heelal aanwezig leek te zijn’, maar daarvan zelf geen besef had. Tot hij aan energie won, zijn bewustzijn uitbreidde en door een prikkel, door de impact van tegengestelde kracht, tot zelfbesef kwam. Een kracht die niet het goddelijke, maar het tegenovergestelde was. De impact van die kracht prikkelde God om als een Goddelijke Entiteit te ontwaken uit zijn eigen zwarte lege ‘nietsheid’. Waarmee ik het wezenlijke van God zie als het duivelse. Het was de duivelse kern die God liet ontwaken. Het was de duisternis dat licht opwekte. Het was het kwade dat het goede tot leven bracht.
Het is gelijk hoe in een vrouw haar manlijkheid en hoe in een man zijn vrouwelijkheid tot expressie komt. Waarmee in dat individu symmetrie en daarmee Eenheid ontstaat. En vanwege de aanwezigheid van tegengestelde machten aan het individu almacht schenkt.
Het is mijn visioen dat God in zijn kern een ‘Kwaadaardigheid’ is. Die tot het besef van zijn bloeddorstige duivelse kant kwam. En daarvan in afschuw afstand nam, maar wel liet bestaan. Waarmee er ruimte voor liefde en licht ontstond. Hetgeen Eenheid schonk.
Het is alsof je het wezenlijke van ‘Alles dat Zijnde is’, inclusief Homo Sapiens Sapiens, beschrijft. Ook ‘Alles dat Zijnde is’ is in zijn kern kwaadaardig. Een kwaadaardigheid noodzakelijk om gevaar te kunnen afweren. Dat geldt ook voor Homo. Maar Homo bezit zelfbesef waarmee Homo zijn kwaadaardigheid, net zoals God dat kan, beter controleren kan. Homo kan zijn instinctmatig opgeroepen kwaadaardigheid in de wacht zetten om ruimte te scheppen voor liefde en licht. Waarmee God niets anders is dan een metafoor voor Homo Sapiens Sapiens en (het) leven.
Een metafoor van leven dat als elektromagnetische kwantum energiefluctuaties van nature aanwezig is. Elektromagnetische kwantum energiefluctuaties presenteren zich in licht. Licht dat hoogstwaarschijnlijk een oneindigheid aan trillingsfrequenties kent. Dat licht geeft grond aan het intellect in het Heelal met het vermogen ‘beelden’ te vormen. Licht is de naturelle taal van het Heelal. De onbegrensde oneindigheid aan lichtfrequentietrillingen schenken onbegrensd oneindige structuurvormen. En daarmee aan een oneindigheid aan soort varianten. Ze wortelen in de onbegrensde oneindigheid van hallucinerend vermogen van het Al.
De structuur van DNA is één van de expressies licht. DNA en licht zijn dezelfde fenomenologische constructen van elektromagnetisme. Waarmee DNA aan elk organisme een zelfbeeld schenkt.
“Bestaan is zich onbewust van haar bestaan, tot het moment dat het onbewust bestaan zichzelf gespiegeld weet. Waarmee de reflectie Zelfbewustzijn schenkt. Een bewustzijn dat elkaar waarneemt door elkaars ogen.”
Ruud Elfers

Beeldvorming is de manifestatie van bewustzijn.
Het meest wezenlijke van het Universum en daarmee van de natuur is beeldvorming. Beeldvorming is de manifestatie van bewustzijn. Bewustzijn wortelt in het elementaire eigenschap gevoelig te zijn voor informatie. Waarmee beeldvorming, bewustzijn en het tot zelfrealisatie, tot bestaan te komen hetzelfde fenomeen zijn van ontvankelijk te zijn voor invloeden. Waarmee bewustzijn, bestaan en zelfrealisatie de manifestatie zijn van ( be) spiegelingen. Ze zijn een echo. Een echo is een gespiegelde weerklank van zichzelf. Zelfbewustzijn is terugkaatsing van het door het organisme of individu zelf uitgezonden zelfbeeld signaal.
Elk organisme, elk wezen, elk individuele Entiteit op aarde, van schimmel, parasiet, roos, cactus, vlinder, kip, adelaar en Homo Sapiens Sapiens bezit innerlijk beelden van zichzelf. Een roos groeit altijd naar het zelfbeeld roos en wordt nooit een zonnebloem. Het is deze expressie van bestaan die betekenis, die waarde schenkt.
Beeldvorming is noodzakelijke om je veiligheid, om je voortplanting, om je lot, om je bestemming, om je overleving te zekeren. Van nature hallucineert het Heelal. Het drijft de evolutie op aarde. Alles dat Zijnde is’ , inclusief Homo, is bezield met de hallucinaties van het universum.
De paradox ontstaat nu dat zekering, dat waarborging, dat aarding, dat bezieling en transcendentie wortelt in het onzekere, in het vluchtige, in het vermogen tot verbeelden, in het vermogen tot wanen. Verbeelden en geloven in de goede afloop is noodzakelijk om in nieuwsgierigheid nieuwe leefgebieden verkennen en om nieuwe gewoonte toe te eigenen. Het ontbreken van betekenis schept ongeloof van het zelfbeeld. Een ongeloof dat wortelt in onmachtig te zijn tot zelfrealisatie te komen.
Het is het resultaat van de angst ontoereikend te zijn de integriteit van het bestaan te waarborgen. Het schept een terugtrekking uit bewustzijn met afname van gevoeligheid voor informatie en afname van energie ( voltage) en toename van ‘niet willen ‘Zijn’ als gevolg.
Elk wezen inclusief Homo maakt deel uit van de Universele ‘verwaningen’. Elk wezen bezit in zijn DNA een virtueel zelfbeeld. Een zelfbeeld geschonken door de universele geest. Een geest die, via de bevruchting, transcendeert naar ‘iets spiritueels hogers’ als resultaat van versmelting van spiegelbeeldig DNA.
Vastgelegd in het DNA is de ‘Baarling’ de bezielde verbeelding van versmelting van spiegelbeeldig DNA van vader en moeder. Als resultaat van prikkels (stressoren) wordt het DNA gedwongen te leren. Dat wil zeggen dat het DNA gedwongen wordt ‘iets te doen’ wat het daarvoor nog niet deed of nog ontging. Het zijn stressoren die de prikkels zijn tot ‘ontwaken’ en adaptatie initiëren.

Als de ziel van het individu hoog energetisch geladen is, zijn het stressoren die een zelfbeeld uitbreiden, verdiepen en sterker zekeren. Een laag geladen ziel zal het zelfbeeld (doen) verzwakken en verwelken. Een laag geladen ziel is niet of nauwelijks in staat stressoren te verdragen en in te zetten als prikkel voor transcenderende adaptatie.
Het hallucinerende Heelal Intellect heeft zich ook in de geesten van Homo Sapiens Sapiens genesteld. Ook de geest van Homo kan dingen zien die er schijnbaar in het heden niet zijn, maar toch, al of niet als vluchtigheid, bestaan. Gelijk de hallucinerende geest van het universum bezit ‘Alles dat Zijnde is’ inclusief Homo, zowel zwarte bloeddorstige duivelse als verlicht verdraagzame goddelijke krachten.
Het vermogen tot wanen en geloven is de wortel van mijn visioen van God. Waarmee leven, het levende en het leven dat het levende leeft opgehangen is aan hallucinaties en geloven dat die wensbeelden ‘waarheid’ zijn. Het zijn verwaningen die de kar trekken en het levenspad vorm en inhoud en betekenis schenken. Waar het visioen vandaan kwam, weet ik niet. Het verscheen plotseling. Het zal ergens wortelen in mijn innerlijke verwaningen als resultaat van studie en de associërende geest die ik bezit.
Een visioen dat ik in beeld gevangen heb in het blogdeel de Masterclass Life. Een visioen dat ik hier koppel aan het sociaal-psychische en in het fysiologie-blogdeel ‘biologisch-biochemisch’ onderbouw.
Mijn visioen schonk mij nog een andere openbaring. Een openbaring die mij zei dat De Schepping geen schepping is of zou kunnen zijn. Een visioen dat mijn vertelde dat het geschapene altijd een uitlokking is van iets anders. Net zoals de evolutie getrokken wordt door uitlokkingen. En net zoals elk gedrag van elk organisme een uitlokking is. Zonder uitlokking geen gedrag. Zonder uitlokking geen bestaan. Zonder de gevoeligheid voor die uitlokking geen bewustzijn. En zonder bewustzijn geen bestaan en daarmee geen leven.
Het geschapene is dus niet de schepping. Het geschapene is een uitlokking. Het geschapene wordt daarna wel het scheppende van iets dat zichzelf weer overstijgt. Het heet evolutie. Evolutie is geen creatief proces, maar een innovatief proces. Een proces van in DNA opgeslagen beelden. Het is een proces van onbegrensde oneindige overstijgingen als manifestatie van hallucinaties.
De paradox ontstaat dan dat schepping niet bestaat, maar zich toch openbaart in iets dat geschapen is. D.w.z. het ‘geopenbaarde’ is iets dat schijnbaar uit iets anders voortkomt. Het andere dat op zijn beurt ook weer uit iets anders voortkomt. Wat ons verstand als schepping gewaarwordt, maar niet is. Schepping is uit het niets iets scheppen dat nog niet is. De vraag is of uit niets iets gecreëerd kan worden.
Omdat Nietsheid, omdat totale leegte NIET bestaat, is er altijd iets dat onder het geschapene aanwezig is. De wortel van alles dat dan geschapen is, bestaat echter niet. Er is geen wortel waaruit een stam en een takkenbladerdak zich vormen kan. Het frappante is dat die boom er toch is. Deze oneindigheid, deze alomvattende tijdloosheid heeft noch een begin nog een einde. Dat kan ons rechtlijnige duaal denkende verstand niet bevatten.
Volgens mijn visioen bestaat schepping niet. Waarmee God als zelfcreatie niet bestaat. In mijn visioen is God niet de Schepper. Maar is god een uitlokking en daarmee een Geschapene. Net zoals een zaadcel een eicel uitlokt tot deling. Net zoals een lachsalvo anderen uitlokt tot lachten. Net zoals gapen uitlokt tot gapen.
Het geheel waarvan wij denken dat het een universum is, beschouw ik als een onbegrensde oneindige transcendentie. Ik beschouw het als onbegrensde oneindige overstijgingen als manifestatie van onbegrensde oneindige intellectuele uitlokkingen.
Uitlokkingen zijn geassocieerd met gevoelig te zijn voor informatie met gedrag als reactie op de prikkelingen van de informatie. Het universum is een intellect met een besef van Zijn als manifestatie van gevoeligheid. Waarmee het gevoelig is voor beïnvloeding en voor verandering. Met transcendentie als verschijnsel van het bewustzijn.
Bewustzijn is de elementaire Macht van het Al. Deze Macht geeft energie vrij waarvan Licht de expressie is. Licht is als matrix van energie relaties oneindig in haar trillingsfrequenties. Het is de taal van het licht dat aan ‘alles dat Zijnde is’ bewustzijn schenkt.
Bewustzijn als resultaat van spiegelingen die in het licht staan schenkt. Bewust van het spiegelende zicht op het Zijn schenkt het bestaan, zingeving, waarde en betekenis. Dit bewust Zijn schenkt aarding en is een prikkel tot worteling en innerlijke hechting. Het is de taal van licht die dat schenkt.
“Ik beschouw het universum als een Intellect. Een intellect met een besef van Zijn’.“
Ruud Elfers
Elk zenuwstelsel is de manifestatie van licht en produceert lichttaal. De lichttaal van elk zenuwstelsel schenkt de creatie (innovatie) van materie en daarmee structuur. Lichttaal schenkt niet alleen denkkracht maar ook de kracht van heling.
De taal van licht lokt uit om in beweging te komen om de draagkracht mogelijkheden van het lichaam te verkennen. De taal van licht lokt uit om je bezieling te vergroten, om je zelfbeeld uit te breiden. De taal van licht lokt uit om tot verandering, tot leren, tot transcendentie te komen. De taal van licht zegt dat die opwaartse beweging je verlichten zal. De taal van licht zegt je dat je zo je ‘godskracht’ bezitten zal.
Ik beschouw het universum als een Intellect. Een intellect dat wanen kan. Dit energetisch geladen hallucinerende verschijnsel zie ik als God.
God die daarmee de Geschapene is van een hallucinatie die laat geloven dat Hij ‘de Waarheid’ is. Een geschapene van iets dat zich mogelijk al eeuwig ergens diep in de zwartste krochten van het universum bevindt en zichzelf een goddelijke werkelijkheid waant.
God is in mijn ogen een hallucinatie van het universum. God is in mijn ogen een wensbeeld van het Zelf van het universum. Een wensbeeld dat zichzelf mogelijk eens wilde leren kennen en zich daardoor ging spiegelen in ‘Alles dat Zijnde is’, inclusief Homo Sapiens Sapiens.
God is in alle opzichten een Hallucinatie. Een hallucinatie die zich in ‘Alles dat Zijnde is’ genesteld heeft om zich als wezen goddelijk te kunnen wanen. Het is wat ik ‘godskracht’ noem. Godskracht schenkt zelfredzaamheid, zelf handhaving en zelf heling. De natuur is met godskracht vergeven. Die godskracht schenkt leven haar oneindigheid.
Homo Moderni ‘de afgezonderde’ , zoals ik de moderne mens maar even noem, heeft zich van zijn de natuur afgewend en verliest deze krachten. Homo Moderni ‘de afgezonderde’ gelooft niet in tijdloosheid en gelooft ook niet in oneindigheid.
Homo Moderni ‘de afgezonderde’ heeft besef van eindigheid. Homo leeft daardoor een leven in de schemering tussen licht en duisternis. Een overgroot deel van Homo Moderni hangt inmiddels aan het infuus van medicijnen en de zorg.
Hoogstwaarschijnlijk is schepping een niet bestaand fenomeen van een onbegrensde alomvattende oneindigheid. Een onbegrensd oneindigheid die je God kan noemen. Het begrensd eindige is dan de duivel. Het ontstaan van de één is de uitlokking van het andere.
Liefde en licht staan symbool voor toegankelijkheid, moeiteloosheid, vanzelfsprekendheid, bezitloosheid, verdraagzaamheid, vrede en vrijheid. Liefde kent geen schuld en ter verantwoording roepen. Liefde kent geen verlatingsangst en geen bindingsangst. Stilte is van liefde de echo. Waar haat en duisternis symbool staan afwijzing, zwaarte, voorwaardelijkheid, bezitterigheid, gevangenschap en oorlog als strijd om bezit. Lawaai is daarvan de echo.
De hemel is een belofte van God. De Hel is de ondermijning van die belofte van God. Dat betekent dat God zijn kwade toorn over je loslaat als je ongehoorzaam bent en je zijn richtlijnen, protocollen en kaders aan je laars lapt. God bezit de duivel als zijn omgedraaid evenwaardige. Een ‘Goddelijk-duivelsheid’ die Homo Sapiens Sapiens een leven in geluk belooft, mits Homo zich onderwerpt. Vanwege deze voorwaardelijkheid, zijn het ervaren van liefde, vrede en geluk slechts door het duivelse tijdelijk geschonken ‘privileges’. Dit paradoxale Verschijnsel is in de wereld van Homo Sapiens Sapiens God gaan heten.
Religie en samenlevingen schaven aan gedrag.
God heeft zich als Verschijnsel in de geesten van Homo Sapiens Sapiens genesteld en openbaart zich in visioenen. Visioenen die dan verwoord zijn geworden in gedragsrichtlijnen, in protocollen en culturele procedures. Het heet religie.
Religie kan net zo goed als beschaving opgevat worden. Een beschaving is een gemeenschap waar door restricties, protocollen en richtlijnen het ( door derden ) niet gewenste gedrag weg geschaafd is geworden. Religie zie ik als het gepredikte van het gezag. In een gezin zijn de ouders het gezag. Gezag verklaart zichzelf niet zelden in verheffing heilig en daarmee onschendbaar. Het faciliteert hun exorbitante gedrag, verwaningen en machtslust. Ook in gezinnen kan dat zo zijn. Ze heten dan dominante op onderwerping gerichte ouders te zijn.
Van oudsher wortelt het gezag van beschavingen in het adellijke. Maar ook het adellijke wortelt doorgaans in het gewone (het Volk) en is niet zelden een zelfbenoeming ( geweest). Het adellijke gezag heeft zich meestal grond, rijkdom en daarmee gezag en macht toegeëigend. Dat is altijd al zo geweest. Tot op de dag van vandaag.

Religie en samenlevingen zijn labyrinthen van loze beloften.
In een beschaving worden vele beloften gedaan, die zelfs als je in onderdanigheid luistert, niet onvoorwaardelijk geschonken worden. Een beschaving is een matrix van loze beloften, schone schijn en voorwaardelijkheden. Een beschaving schenkt slechts tijdelijk privileges leven in liefde, geluk, vrede, voorspoed en bestaan. De huidige moderne samenleving schaaft inmiddels zeer indringend aan het recht op zelfbeschikking.
Het ‘gepredikte’ van het gewenste, is de religie van de beschaving. Het begrip religie rek ik daarmee wat op. Religie is het gepredikte van het gezag en heeft altijd iets van doen met verering en voorwaardelijkheid. Of dat nu een Godswezen is of geld of een psychopathisch leider die een bevolking als zijn sekte ziet.
Zowel religie als beschaving hebben iets ‘bezitterigs’ in hun opzet. Ze kaderen, begrenzen en beperken vrijheid. Waarmee ze een kracht bezitten om mensen meer of minder te onderwerpen aan het ‘gepredikte’.
De onderwerping aan het gepredikte ondermijnt zelfbeschikking. Het ondermijnt de ontwikkeling van zelftrouw. . Het ondermijnt de ontwikkeling van zelfachting. Waarmee het zelfverloochening en verdriet brengt en mogelijk zelfwalging laat ontstaan.
Gezinnen zijn kleine beschavingen.
Gezinnen zijn kleine beschavingen. Ouders zien in hun kinderen zichzelf gespiegeld. Ouders zien in hun kinderen hun eigen onzekerheden, hun eigen twijfels, hun eigen ontoereikendheid, hun eigen interne conflict of zelfs hun eigen zelfwalging terug. De twijfels, onzekerheden, ontoereikendheid en gebrek aan zelfachting is letterlijk zichtbaar in hun kinderen. Het is mijn aanname dat zelfwalging van de ouders zich in het kind openbaart in darm klachten, ernstige vervetting, nier- en hart problematieken en allerlei huidklachten.
Jeuk, droge huid, schilfering, eczeem zijn milde uitingen, waar atopische dermatitis en psoriasis, maar ook reumatische artritis ernstige uitdrukkingen (kunnen) zijn van (zelf) walging. ALthans zo zie ik dat.
Het schavende gedrag van ouders naar hun kinderen is feitelijk een zelfschaving. Een zelfschaving om hun denken, doen en laten binnen de lijntjes ( van hun opvoeding ) en daarmee binnen de kaders van hun ‘gevangenis’ te houden. Een zelfschaving bedoelt om zichzelf staande te houden en het gedrag naar zichzelf toe ‘goed te praten’.
Het is ‘witte voetjes haal gedrag van het ego’ optima forma. Het is bedoeld om de ziel te sussen. Doen ze dat niet, dan beschouwen ze zichzelf min of meer als een leugen. Doen ze dat niet, dan zegt hun ego tegen hun ziel dat zij een illusie is.
In gezinnen kunnen ouderlijke krachten ( al of niet aan Godsdienst gerelateerd) aanwezig zijn die de zelfbeschikking en vrijheid van hun kinderen ernstig aantast. De vrije expressie van het kind-Zijn wordt ernstig onderdrukt. Het kind verliest langzaam zijn of haar nieuwsgierige uitreiking naar het leven en ontwikkelt angst voor lichamelijke genotservaringen.
Dergelijke schavende krachten castreert het kind psychisch. Een castratie die de ziel lossnijdt van het intellect, lossnijdt van de cognitie en een splijting veroorzaakt tussen het verstandelijk ego en het bezielde lichaam.
Het gespleten kind wordt een ‘vertwijfelde’, wordt een ‘dwalende’ waaruit de ziel in ‘duisternis’ leeft. Het gespleten kind trekt zich in zichzelf terug uit angst gestraft of in het Hellevuur verbrand te worden. Het gespleten kind ( volwassene) laat nooit zichzelf zien. Het gespleten kind toont nooit zijn of haar ziel, zijn of haar licht, zijn of haar ‘waarheid’. Het gespleten kind gaat afwijkend, weerbarstig, aandacht eisend en niet zelden zeer asociaal en gedrag vertonen.
Het gespleten kind kan aan narcisme en psychopathie verwant gedrag ontwikkelen. Het gespleten kind kan (als volwassene) duister, zwart en duivels schijnheilig gedrag ontwikkelen. Een gespleten kind kan als volwassenen een tiran worden.
Ernstig schaven aan de vrijheid van het kind of van volwassenen is een vorm van mishandeling. Dit kind schroeft zich vast in zijn hoofd. Op zijn minst wordt dit kind een ‘hoofdig’, een beredenerend, een verstandig handelend en twijfelend afwegend kind. Dat hoofdige calculerende neemt het individu mee zijn leven in.

Als volwassene beschouwen ze zichzelf als de realistisch verstandige die met beiden benen op de grond staat. Of zichzelf aanpraat hebben daar te staan. Waar ze meer of minder ontzielde individuen zijn die ergens in hun hoofd zweven en verre van gegrond zijn. Het is de uitdrukking van hun splijting.
Door mijn bril gezien wortelen de sektarische krachten in ernstig religieus kerkelijke gezinnen of ernstig religieuze gemeenschappen in het duivelse. Waar door de ouders, de kerk of de goeroe van de gemeenschap echter gepredikt wordt dat ze het woord van God verkondigen. Ik zie dat als de schijn van heiligheid.
Hoe kan je in Godsnaam zeggen dat God allesomvattende Liefde en Licht is en tegelijk door, restricties, onderwerping en dreigementen met het Hellevuur, die Liefde ( voor zichzelf en het leven) en het Licht ( in zichzelf en in het leven) van kinderen of volwassenen wegvagen. In dit verschijnsel openbaart God zich als de duivel.
Ik zie dit als het aan psychopathie verwant gedrag van ouders die, als gevolg van hun eigen opvoed -ervaringen, in splijting met zichzelf leven. Een splijting die hen meer of minder tot ‘tirannen’ van hun gezin maakt. Ze dragen daarmee hun splijting en hun tirannie over op hun kroost. De liefde waarmee de ouders zeggen het te doen is feitelijk ‘witte voetjes haal’ gedrag van de ouders. Om de toorn van God te ontwijken en het Hellevuur te ontlopen.
In dergelijke (tirannieke) gezinnen worden kinderen ingesnoerd en niet zelden ‘gespleten’. Kinderen uit dergelijke gezinnen zullen enorm veel moeite hebben hun eigen ‘godskracht’ te vinden. Hoe krijg je de oorlog uit een kind, staat symbool voor hoe krijg je de duivel uit een ( te streng) kerkelijk opgevoed kind.
Zouden dergelijk (tirannieke) ouders naar de kerk gaan om hun gelijk te halen? Zouden dergelijke ( tirannieke) ouders vergiffenis willen ontvangen voor hun gruweldaden? Is jezelf schoonpraten en vergiffenis krijgen waar kerkgangers op zoek naar zijn?
“Elke regeringsleider of CEO van een multinational doet meer of minder hetzelfde. Ook hun gedrag schiet wortel in het witte voetjes haalgedrag.“
Ook zij praten zichzelf schoon, wassen ze hun handen in onschuld en halen ze ergens hun gelijk voor hun ‘schavende’ gedrag. Waarmee ze toestemming vergaren en daarmee vergiffenis verkrijgen voor hun ( gruwel-) daden.
Ik heb me altijd al afgevraagd waarom mensen die zeggen liefde, barmhartigheid en licht zijn en dat uit te willen dragen, naar een kerk gaan. Als je werkelijk liefde, barmhartigheid en licht bent als individu en dan zal jouw aanwezigheid automatisch anderen van angsten bevrijden. Als je werkelijk liefde en licht bent dan ben je de godskracht die God je geschonken heeft. Waarmee je God in gedrag bent. Dat hoef je niet met een kerkgang naar God of naar jezelf te bevestigen.
Ik geloof dat niet verering en onderwerping, maar zelfbeschikking en het ontwikkelen van zelftrouw en zelfachting het objectief van God voor het individu is. Dan hoef je niet naar een kerk om God te vereren. Het is mijn aanname dat God zich niet in verheffing wil laten vereren. God wil individuen niet onderwerpen. Dat wil de duivel.
De subtiele lezer zal tussen de regels door lezen dat het duivelse zich genesteld heeft in het gezag, in het adellijke, in de geestelijkheid, in de nieuwe industriële rijken, in alles dat op de één of andere manier zichzelf op een schild heeft gehesen of macht toegeëigend heeft.
Uiteraard kan je niet alles en iedereen binnen het gezag en regeringen over dezelfde duivelse kam scheren. Ik schets het hier in extremis om tegenoverstelling van krachten zichtbaar te maken. In werkelijkheid ligt het natuurlijk veel genuanceerder.
Niet alleen in ernstig ‘schavende’ gezinnen, maar ook in bedrijven en samenlevingen kan het ‘gepredikte’ de zelfachting en het zelfvertrouwen ernstig ondermijnen. Het verzwakt het wezen van elk individu. De verwering van het wezen, de ontbinding van de ‘Spirit’ openbaart zich als (auto-immuun) ziekte. In dat individu verwelkt het licht.
Het is alsof God zich terugtrekt uit dat individu. Waarmee er ruimte voor het verderf van de duivel ontstaat. Het is het lot van ‘Alles dat Zijnde is’ , inclusief Homo Moderni, om te moeten leven in de twilight zone van deze machten.

Het is het willen vermijden van verdriet en haar pijn die het individu bevriest of versteent
Het organisme of menselijk individu dat in staat is de zwarte verderfelijkheid van de duivel ( in afschuw) af te wijzen, zal ‘godskracht’ (gaan) bezitten. Darwin noemde dit proces evolutie.
Ziektebeelden zijn het gevolg van verlies aan het vermogen tot dragen en aanpassing. Individuen die, om wat voor reden dan ook, hun draagkracht (hun ‘godskracht’) verloren zijn, of die niet passen in een bepaalde omgeving, of individuen waaraan ernstig geschaafd is en die niet in staat zijn het psychische kruis van zich af te zetten, of individuen die chronisch zichzelf verloochenen, lekken doorgaans chronisch meer energie dan dat ze terugwinnen kunnen.
“De chronische lekkage van energie, de chronische vervaging van licht, leidt onverbiddelijk tot verwelking en ontbinding.”
De rode draad van dit blog is dat er een innige wederkerige relatie bestaat tussen de omgeving waarin het individu leeft en het functioneren van dat individu. Een relatie die energie schenkt of energie rooft. Een relatie die commensaal of parasitair is. Een relatie die hoog energetisch gezond ‘Zijn‘ schenkt of sluipend de aftakeling van ziekte brengt.
Als een vooruitblikkende conclusie wil ik hier zeggen dat geloof de wortel is van ‘oneindigheid’. Geloof is het innerlijke weten zonder te weten de waarheid ziende te voelen. Het schenkt godskracht.
Als je gelooft dat jij ‘de ware’ bent, dat jij hoort te zijn zoals het hoort te zijn en dat dàt goed is zoals het hoort te zijn, dat jij gelooft je ‘waarheid’ te zijn, dan schenkt dat geloof je gevoelens van almacht. Dan schenkt dat geloof je ‘godskracht’. Het zijn de atmosferen in de omgevingen aanwezig die je geloof versterken of afbreken.
Een godskrachtgeloof dat het ego ‘Ik Ben tijdloosheid gevoelens’ schenkt. Geloof ontlast het hart en bezielt het individu. Geloof vervult je met je ‘goddelijkheid’. Ongeloof vervult met zwarte zware leegte. Een met ongeloof en twijfel belast hart, moet zich afvragen of het de ziel niet een ander omgeving, een verlichte atmosfeer, schenken moet.
Een bezwaard hart wordt gevoed door een ‘verloren’ ziel. Een ziel die haar licht verloren is. ‘Verlies’ schenkt de zwaarte van pijn. De zwaarte van pijn schenkt verdriet om het verlies. En schenkt de zwaarte van pijn de angst in het verdriet te blijven hangen en de ziel niet meer terug te kunnen winnen. Waarmee een paradox zichtbaar is. Het is niet de pijn die Homo bezwaard en ‘bewegingloos’ maakt. Nee het is niet de pijn, maar het is het willen vermijden van pijn (en het verdriet) die dàt doet. Het is het willen vermijden van pijn ( en verdriet) die Homo ‘bevriest’ of ‘versteent’.
Het individu dat door haar verdriet en pijn gaat en die beproeving doorstaat, zal haar ziel vinden. Dit individu zal plots met en door zichzelf overvallen worden en Godskracht vinden.

Voor transcendenties is het echter voorwaardelijk met pijn en verdriet mee te bewegen. Meebewegen wortelt in het uitspreken van je hart. Het uitspreken van je hartzeer (naar jezelf) breekt open en laat nieuwe energie vloeien.
In mensentaal wordt het wel ‘Face your fears’ genoemd. Wat betekent dat je zonder terughouding eerlijk tegen jezelf moet zijn en van je hart geen moordkuil maken moet. Een hart dat zijn angsten uit de weg gaat en dat affirmaties gebruikt om zichzelf wensbeelden aan te praten, vertelt tegen haar ziel dat zij zich niet zo moet aanstellen. Dat affirmerende angsthart verloochent haar eigen ziel.
De affirmaties van de ziel aan het hart zijn immer de wensbeelden of de verwoordingen van pijn of verdriet. Een hart dat luistert is een ‘face my fears hart’. Dat hart spreekt zich immer uit. Dat hart gaat confrontatie (met zichzelf) aan.
Als dat ‘face my fears hart’ zich in de huidige omgeving (toch) onbegrepen en/of niet eervol erkent weet, zal dat hart de moed hebben aan haar ziel een nieuwe omgeving te schenken om haar een nieuwe atmosfeer en daarmee overstijgende bezieling te brengen.
Als manifestatie van de overstijgingen schenkt het meebewegen nieuw licht en geluk. Als manifestatie van het ‘zware’ schenkt het vermijdende duisternis en malheur. Soms uit zich dat in pijntjes rond het hart als uitdrukking dat schrik om het hart geslagen is.
Ter verduidelijking. De ‘waarheid’ opgevat als het onbevlekte naakte, als de onbevlekte kern der kernen ontdaan van harnas, schild en zwaard. ‘Almacht’ opgevat als het gevoel alles machtig te zijn. En ‘godskracht’ opgevat als het gevoel een tijdloos wezen te zijn dat zichzelf al prikkelend in ‘oneindigheid’ handhaaft.
Tijd is ‘lekkage’ van energie en bepaalt de leeftijd.
Tijd opgevat als de ‘lekkage van energie’ met uitdijing als de manifestatie van het structuur verlies als resultaat van de energielekkage. Tijd is daarmee gelijk aan verplaatsing van energie ( van hier naar daar). ‘Oneindigheid’ opgevat als het geloof deel te zijn van een tijdloos Geheel. Het ‘Geheel’ opgevat als een oneindig Intellect van onbegrensde transcendenties van nieuwe dimensies van bewustzijn. Intellect opgevat als een beeldvormend energetisch geladen besef van aanwezigheid. Intellect vindt grond in het vermogen tot hallucinatie.
Onbegrensde transcendenties van nieuwe dimensies opgevat als het doorbreken van het huidige intellect als resultaat van hallucinaties. Onbegrensde transcendenties van nieuwe dimensies opgevat als overstijgingen als manifestatie veranderende beeldvorming. Dit vermogen wordt geschonken door de taal van het licht.
De taal van het licht wortelt in de elektromagnetische energiefrequenties die trillingen zijn en daarmee informatiedragers zijn. De taal van het licht schenkt Ziel (God) aan het Geheel. De taal van het licht schenkt oneindig Intellect van onbegrensde transcendenties. De boodschappen van de taal van licht zit in DNA gegrift.
Het DNA is daarmee de informatiedrager van lichttaal. Het is waarom DNA licht begrijpt. Het is waarom ‘Alles dat Zijnde is’ inclusief Homo Sapiens Sapiens fotosynthetische wezens zijn. Het is waarom Homo in het licht wil staan. Het is waarom licht Homo als bezielde in beweging zet. Beweging noodzakelijk om transcendenties te faciliteren. Transcendenties die evolutie voeden.
Het is de ziel van Homo die via de taal van het woord (gedachten) zichzelf weer terug spiegelt. Het schenkt aan Homo Sapiens Sapiens zelfbewustzijn. Een zelfbewustzijn dat Homo als objectiverend wezen tegenover de ‘wereld’ plaatst.
Een objectiverende houding die een conflict in zich draagt. Een conflict wortelend in het wensbeeld ( hallucinatie) te zijn als geen ander en het ‘weten zonder te weten’ te zijn als elk ander. Het is het lot van Homo om in dit krachtenveld te leven.
Het is een krachtenveld dat Homo dwingt zelfstandig iets nieuws te gaan doen wat het daarvoor nog niet kon. Het is een krachtenveld dat Homo dwingt zijn ‘zelfstaandheid’ aan zichzelf te bevestigen. Het is een bevestiging waarmee Homo zich in hoogachting van zichzelf aan zichzelf openbaren kan.
Ontwikkel je godskracht is de boodschap die ik je in dit blogdeel presenteer.