Inleiding
De aanwinst van en de sterke groei van een prefrontale cortex heeft de mens vanuit zijn natuurlijk dierlijk ‘Zijn’ losgeweekt. De groei van deze cortex gaf grond aan de toename van het zelfbewustzijn. Dat is het besef als zelfstandige zelfstaanheid te bestaan los van en tegenover de wereld. Het maakt dat de mens gevoelig voor van meerwaarde te willen zijn. Het is de mens die de voor de natuur ongewone eigenschap bezit ‘in erkenning betekenis te willen hebben’. Het is waarom Homo Moderni zo gevoelig is van ranglijsten, rangordes en carriere ladders.
Het is deze voorhoofd hersenschors die de mens het besef gaf apart te staan van al het andere. Waarmee deze hersenschors hem tegenover de wereld zette. Het zijn deze voorhoofdhersenen die hem de wil en het vermogen gaf zijn habitat naar zijn hand te zetten. De creatie van zijn eigen culturele wereld die zwanger is van technologische hoogstandjes, is daarvan heden het bewijs.
Een creatie waarmee de mens niet alleen afscheid nam van zijn natuurlijke habitat, maar langzaam aan ook distantie nam van zijn oorspronkelijk ‘Zijn’. De manipulatie van zijn habitat en het ontdekken van werktuigen legde een pad van wording bloot dat hem het psychische vermogen gaf zich te verheffen boven het dierlijke. De keerzijde van deze wording is dat hij langzaam en zeer subtiel uit zijn oorsprong groeide. Een oorspronkelijkheid die Homo liet leven in symbiose met een naturelle omgeving. Een omgeving overvloedig in schaarste. Het dwong Homo nuchter te gaan jagen. Het frappante is dat de oorspronkelijke omgeving overvloedig was ( en nog is) aan Licht.
Net als alles in de natuur was ook Homo de ‘oorspronkelijke’ via pigmentatie ( melaninen) gevoelig voor licht. Ook Homo Sapiens is een fotosynthetisch wezen. Ook Homo is in staat via fotosynthetische processen, die allen via de belichting van melaninen verlopen, energie te maken, energie vrij te zetten en voltage te conserveren. Waarmee energie NIET alleen gedrag ( jagen, vechten/vluchten voorplanting, infectiebestrijding en wondheling) financiert, maar tegelijkertijd de de overdracht van informatie faciliteert.
Waarmee leven licht is en licht gebruikt om informatie over te dragen. Met gedrag als manifestatie daarvan. De subtiele lezer zal nu begrijpen dat de interne/innerlijke hoeveelheid energie/licht letterlijk de uitdrukkingen zijn van de innerlijke informatie uitwisselingen die het organisme/individu in zichzelf opwekt. Waarmee het denken, (emotionele) doen en laten van elk organisme/individu de manifestatie is van het licht dat het organisme/individu is. Mogelijk dat je nu ook begrijpt dat elke cel en al haar membranen licht gevoelige semiconductors moeten zijn. Anders is ( zelf) bewustzijn ( awareness) en daarmee gedrag niet mogelijk.

Bewustzijn is het resultaat van informatie overdracht.
Bewustzijn is het gevoelig zijn voor informatie. Informatie dat dus licht ( kwantum) fluctuaties zijn. Bewustzijn ( en dus ook zelfbewustzijn) wordt gefaciliteerd en gefinancierd door door pigmenten zoals chlorofyll en melaninen. Ze faciliteren voltage en het conserveren van energie. Het is waarom ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ in het Heelal en op moeder aarde gepigmenteerd is. Alles is daarmee bewustzijn.
Je zal mogelijk nu begrijpen dat pigmenteerde cellen en verzamelingen van cellen met semiconductor eigenschappen van hun membranen, als gevolg van het vermogen voltage op hun membranen te conserveren, gelijk is aan de eigenschappen van een ‘zenuwstelsel’. Elk cel bevat daarnaast ook nog eens netwerk van holle microtubuli die samen met het membraan elektrisch signalen door kunnen geven. Waarmee elke schimmel, elk blad aan een boom struik of bloem en elke grassoort etc een matrix van energie relaties is dat informatie transporteert en het systeem zich laat gedragen conform de informatie verkregen uit de omgeving. Als manifestatie van dit geleidende en reactief aanpassend vermogen is ‘Alles dat Zijnde is’, bewustzijn.
Als manifestatie van te hoge oxidatie ( verstoorde redox koppel) kunnen organismen en ook mensen depigmenteren. Waarmee het organisme ook (langzaam) haar bewustzijn en daarmee ook verlaagt gevoelig wordt voor omgevingsinvloeden. Het maakt elk organisme kwetsbaar voor predatie en ziekte. Depigmentatie is de hersenen brengen neurodegeneratieve ziekten voort. Parkinson is bijvoorbeeld de depigmentatie van het ‘kom in beweging centrum’ dat substantia nigra heet. Waarmee depigmentatie een ‘blijf staan en kom tot stilstand gebied’ wordt. ( bevriezing)
Dit energieproductie – informatie overdracht – systeem, is een evolutionair neergelegd en doorheen de natuur een hoog geconserveerd systeem. Het dierenrijk inclusief Homo gebruikt lichtgevoeligheid, in combinatie met ‘honger’ en beweging, om uit vetten energie ( waterstoffen en elektronen) te extraheren. Het creëert uiteindelijk ATP, deuterium vrij water en erg laag frequentie UV licht in cellen. Alle deze fotosynthetische processen worden op DNA niveau gefaciliteerd door zgn. nucleaire receptoren. Het zijn allen voor vetachtige structuren ( waaronder vitamine A en vitamine E en vitamine D3) gevoelige receptoren. Alle aan en uitschakelingen van het DNA en daarmee de stress en infectie responses, worden gefaciteerd door de nucleaire receptoren. Het verkrijgen van en behouden van gezondheid verloopt via licht en vetten.
Het is een fotosynthetisch systeem dat Homo in staat stelde ( en nog in staat stelt) om te jagen en te verzamelen, om infecties te bestrijden en wondhelingsprocessen (via inflammatie) en reproductie te financieren. Het was een overvloed aan schaarste en dreiging om opgegeten te worden die Homo dwong zich te gaan verplaatsen en nieuwe territoria te gaan zoeken. Deze combinatie dwong Homo om een latent aanwezig neurohormoon profiel, zijnde het dopamine-adrenaline-testosteron systeem, uit te breiden. Het was te initiatie van een verschuiving van een laag dopaminerg wezen naar een hoog dopaminerg wezen.
Homo Sapiens Sapiens is inmiddels een ander wezen. Homo is in de duisternis weg van het licht binnen gaan zitten, is hij kleren gaan dragen, is hij angstig voor de zon (gemaakt), is er een overvloed aan overvloed en beweegt Homo nauwelijks meer. Homo Moderni is het authentieke van zichzelf kwijt.
Door te hoge oxidatie processen Homo in combinatie met een binnen zit consumeer suikers leven ‘depigmenteert’ Homo Sapiens. Homo wordt steeds ongevoeliger voor informatie en verliest in toenemende mate zijn bewustzijn inclusief het bewustzijn van zichzelf. Het is zichtbaar in alle klachten, kwalen en ziekte beelden en ook in de enorm toegenomen kwetsbaarheid voor ‘tegen de borst stuitende opmerkingen’ en voor discriminatie. Homo Sapiens Sapiens staat aan de vooravond van een nieuwe omwenteling. Homo lijkt over de Hill te zijn. Hoewel het verstand van Homo Moderni denkt dat hij goed bezig is, komt Homo als resultaat van depigmentatie tot stilstand. Ook op psychisch sociaal niveau. Het is zichtbaar in de toegenomen psychische klachten, burn outs en psychische kwetsbaarheid voor het ‘Zijn’ en de mening over en van het andere.
Het is zijn angst voor de zon, het binnen zitten, een verstoorde redox koppel die depigmentatie veroorzaken. Het maakt dat Homo Moderni zo lusteloos en laag geladen en onverdraagzaam is geworden. Waarmee Homo steeds argwanender, angstiger, moedelozer wordt. Homo Moderni is de schichtige geworden. Homo wordt de afhankelijke; van zorg, van bevestiging, van goedkeuring, van duimpjes en schouderklopjes. Het is het kenmerkende van een neurotisch wezen. Waar het authentieke van Homo de ‘oorspronkelijke’ de vredige en de ‘zelfstaande zelfredzame zelf helende’ was. Is Homo Moderni een lusteloze bankzitter geworden levend gehouden met medicinale steigers levend.
“Getuige de enorme toename van chronisch zieken is gemiddelde westerse dieet mens een lusteloze bankzitter in leven gehouden door medicinale steigers”
Ruud Elfers
De dopamine shift schenkt onthechting, waarmee de moderne mens een ontwortelde is geworden.
Homo Sapiens Sapiens Moderni is van een symbiotisch ‘ingesloten’ wezen een ‘ontwortelde’, een ‘uitgetredene’, een ‘losgeweekte’ geworden. Homo is ontworteld uit zijn oorsprong, heeft geen weet meer wat het innerlijk authentieke is, is hij uitgetreden uit zijn lichaam, zit hij vastgeschroefd in zijn hoofd, wordt hij chronisch intellectueel belast, is hij volledig vervreemd van zijn lichaam en de zich daarin bevindende ziel. Homo Moderni wordt ( in toenemde mate) een ‘ontzielde’. Hij kan zich niet meer verbonden voelen met de ziel van het Al. Het is waarom zovelen zich zo leeg voelen.
Het maakt Homo Moderni een ‘onrustig angstig gejaagde met narcistische trekken’. De oorzaak van deze ‘toestand van Zijn’ zie ik in een shift van een lage naar een hoge dopamine status. De functie van dopamine is een uitreikende en opwaartse beweging te initiëren. Waar serotonine een terugtrekkende en neerwaartse beweging faciliteert. Waar dopamine je ‘rechtstandig’ maakt, laat serotonine je ‘hurken’. Waar dopamine je ‘hongerig’ naar avontuur maakt, faciliteert serotonine ‘kampvuur gedrag’. De dopamine shift heeft Homo Moderni industriële revoluties en technologische hoogstandjes geschonken. Homo Moderni is daarmee ( gelijk alles in de natuur) een evolutionaire aanpassing. Een aanpassing die Homo, via snelle en sterke omgevingsveranderingen, zelf geïnitieerd en versneld heeft.
De vraag rest dan: “gaat Homo Moderni ten onder aan zijn eigen succes”. Wordt die ondergang dan versnelt door een kleine groep psychische ontspoorde halvegaren, die, uit financieel eigen belang en machtswellust, allerlei illusies en halve waarheden als de waarheid presenteren om hun, in achterkamertjes gesmede, snode plannen uit te kunnen voeren? Ze presenteren zich graag als filantropische goeddoeners die het beste met de mensheid voorhebben en de aarde van de ondergang willen redden. Het is slechts schone schijn. Hoge(re) dopamine status schenkt ondernemerschap en competitieve dadendrang. Verreweg de meeste ondernemers bouwen hun bedrijf of imperium rond een initieel idee of droom. Onder druk van het competitieve ( concurrentie) voelt elke ondernemer zich gedwongen de juiste onderdanen rond zijn idee of droom te verzamelen.
Het is waarom elke ondernemer een kudde van gewilligen wil verzamelen om zijn of haar idee of droom te verwezenlijken en zijn of haar beoogde rijkdom te schenken. Om die kudde gewilligen de juiste richting in te drijven, hanteert elke ondernemer de marketing strategieën van loze beloften en hemelse groei mogelijkheden. Om de kudde gewilligen aan zich te binden en bij elkaar te houden creëert elke ondernemer meer of minder een systeem van schuld ( salaris) en vermengd hij of zij dat door de psychische druk van verantwoordelijkheid en loyaliteit aan het bedrijf ( of individu- sekteleider) op te voeren. Het is de dopamine shift geïnitieerd heeft en een fundament geschonken heeft voor de ontwikkeling van een narcistisch psychopathische samenleving.
Het authentieke van ‘Homo in wording’ was het bezit van een lage dopamine status.
Het steeds verder distantie nemen van Homo Sapiens Sapiens van zichzelf was niet alleen het gevolg van een toename van hersenvolume en haar bedrading, maar vooral van een toename van dopamine productie en verhoogde gevoeligheid voor dit neurohormoon. Het meer gaan eten van visvetten ( DHA), van verzadigde vetten, mogelijk ook van het meer gaan eten van paddenstoelen, zou weleens een initiërende rol gespeeld kunnen hebben. Een tweede factor ligt mogelijk in het gaan dragen van kleding ( geen zonlicht meer op de huid), het gaan wonen in grotten ( duisternis) en later zich gaan vestigen in nederzettingen.
Deze veranderingen bracht dat Homo minder ging bewegen en vanwege de toename van bevolkingsdichtheid intensere sociale interacties moest ondergaan. Om zijn positie te kunnen waarborgen werd Homo gedwongen Homo werd gedwongen meer calculerend te zijn, zijn kaarten voor de borst te houden, zich genuanceerder uit te drukken, zijn rug te dekken met halve waarheden en misleidingen en leugentjes om bestwil te gaan verkondigen en zijn emoties onder controle te houden. Wat of waar ook de oorzaak ligt er is een shift geïnitieerd van een lage dopamine status naar een hoge dopamine status.
Het is een shift die Homo veranderde in een ander wezen. Een wezen met narcistische trekken dat zonder enige wroeging de ander en het ander leegzuigt. Een shift ook die Homo zijn hoofd inzoog. Een hoofd waar een ego in huist die zelfs zijn eigen lichaam leeg zuigt.
Een shift die zich in het heden ernstig tegen Homo Sapiens Sapiens keert. Inmiddels is hij ernstig verzwakt. Zowel fysiek als psychisch. Neemt zijn hersenmassa af, verliest hij steeds sterker zijn naturelle en innerlijke oorspronkelijkheid. Een oorspronkelijkheid die Homo Sapiens Sapiens een Eenheid liet zijn van omgeving en het licht van zijn ziel.
Als manifestatie van een naakt bewegend buiten leven binnen een beperkt territorium leefde Homo Sapiens Sapiens in het licht. Wat Homo in staat stelde die zonlicht bron om te zetten naar de creatie van innerlijk licht. Homo leefde in ‘oplossing’ met zijn wereld. Een symbiose dat zich uitdrukte in zijn hoge bezieling en levenskracht.
Homo was en voelde zich bezield met en was vervult met het licht van zichzelf. Het was ( en het zou nog moeten zijn) de manifestatie van een ‘lage dopamine status’. Homo Sapiens Sapiens Ornate ( de oorspronkelijke), zoals ik hem hier maar even noem, was uiterst tevreden met zichzelf, had geen (overdreven) drang naar ( in vergelijk met anderen meer) meer ‘willen betekenen’ dan Homo was. Homo Ornate de Oorspronkelijke was de ‘Betekenis Zelve’. Homo was het Licht zelve.
Homo was een Eenheid van relaties. Homo was een matrix van energieverbanden. Homo hoefde nergens heen omdat Homo chronisch met zichzelf beloond en vervuld was. De moderne versie van Homo Sapiens Sapiens is uit Homo Ornate de ‘oorspronkelijke’ gegroeid. Homo is zichzelf daarmee kwijt en kent hij daarom een onbegrensde drang naar licht, naar betekenis, naar willen bezitten ( ook van de ander), naar het willen ervaren van zijn ziel en het bezitten van zichzelf.
Homo Ornate de ‘oorspronkelijke’ is langzaam Homo Sapiens Sapiens Moderni Neurotica Narcistica Schizofrenia geworden. Een Homo variant in een (zeer) ‘hoge dopamine status’. Altijd wanend en dromend naar het hogere en betere, chronisch in onvrede met het heden en chronisch in onvrede met zichzelf en altijd jagend op betekenis en het bezit van het nieuwe dat buiten hem ligt. Homo Moderni zit niet meer in zijn lichaam. Homo Moderni is niet meer met zijn lichaam verwant. Homo is een koppige Homo geworden. Letterlijk uit zijn lichaam getrokken. Zijn psychische status en betekenis ten opzichte van de ander is belangrijker dan zijn lichaam. Waarmee zijn intellect belangrijker is dan zijn ziel, die in dat lichaam huist. Homo Moderni zit in zijn hoofd en bezit een vervaagt gevoel van zijn lichaam. Het lichaam is een lege huls. Homo Moderni is ‘disconnected’ en daarmee een ‘gespletene’ . Het ego in zijn hoofd zit op de troon en het lichaam is zijn onderdaan.
Als gevolg van zijn hoge dopamine status is Homo Moderni is een neuroot eerste klas geworden. Het is waarom de wereld Homo langzaam veranderde in een Patriarchale samenleving. Dat manlijk georiënteerde fenomeen zit al verweven in het gezin, in bedrijven, in de kerkelijke religie en in het geheel dat economische democratie heet. Vrouwen bevinden zich ( nog steeds) in de kantlijn.
“Het zijn de voorkwabben die het individu tegenovers zijn ziel plaatst.“
Ruud Elfers
De hoge dopamine status van Homo Moderni maakt van hem een verwaand wezen.
De hoge dopamine status maakt van Homo Moderni een zeer nieuwsgierig ( naar het andere) er op uit willen trekken mens. Homo Moderni is een ontdekker geworden. Waar voorheen zijn lage dopamine status hem binnen zijn territorium hield. Een lage dopamine status schenkt een relatief hogere serotonine ( en daarmee hogere prolactine, oxytocine, vaso intestinal peptide en oestrogenen ) status. De verhouding tussen de twee neurohormonen was beter in balans. Waarmee de verhouding van het innerlijk feminiene en het innerlijk masculiene beter in balans was. Wat betekent dat het individu innerlijk beter gehecht is.
Hechting vindt plaats als het individu zich als Entiteit intuïtief versmolten weet met zijn directe omgeving. Het individu ervaart zichzelf als een Eenheid. Innerlijke hechtig is de manifestatie van liefdevolle aandacht van in eerste instantie de ouders en later de directe omgeving. Goede hechting schenkt een balans van het serotonerge en het dopaminerge systeem.
Deze status schenkt meer vrede, meer innerlijke rust, ontbreken van onrustig angstige gejaagdheid, meer psychische stabiliteit en meer innerlijk licht en daarmee meer creativiteit. Deze status was ( en kan nog zijn) de oorspronkelijke status. Een lage dopamine status binnen een individu schenkt licht en verlicht de ander en het andere. Een lage dopamine status maakt verdraagzaam en is er immer warmte te ervaren. Een laag dopamine status schenkt feminiene energie.
Het feminiene is de stille kracht op de achtergrond, is het fundament van het ‘Zijn’. Het feminiene is de creatie-kracht. Waarmee deze feminiene lage dopamine status verwant aan het Goddelijke. Het Goddelijke als metafoor voor liefde trouw zijn aan zichzelf, en het schenken van licht. De leefwereld van Homo Ornate was daarom meer matriarchaal georiënteerd en georganiseerd. Het waren de vrouwen die de leiding hadden, die de Tribe droegen en door het leven loodsten. Het is wat het XX chromosoom aan het feminiene vertelt te zijn.
Verhoogde dopamine status brengt het tegenovergestelde van hechting. Het brengt een onbedwingbare zucht naar ‘loslaten’, naar onthecht zijn, naar ontdekken en willen verzamelen. Hogere dopamine signaling naar en in de prefrontale en naar en in de hogere sensorische en motorische schorsen van de cortex brengt een onbedwingbare drang naar zoeken van plezier, genot en het willen vinden van bevestiging van zichzelf. Het brengt een enorme dorstigheid naar het willen ontdekken van nieuwe vaardigheden, verwerven nieuwe competenties en het vinden van betekenis. Dopamine signaling in deze cortexen brengt doelgerichtheid, stamina en doorzettingsvermogen, focus en rechtlijnigheid in denken, onrustige gejaagdheid en ‘restless legs’.
Verhoogde dopaminerge onrustige gejaagdheid ( dat heet anxiety) triggert altijd het aanzetten van de stress as ( HPA As – cortisol-as) , het Raas- systeem ( nieren – elektrolyten en vochthuishouding) en versnelt het de productie van schildklier hormoonproductie. Zijnde T3 en T4 en de intracellulaire omzetting daarvan. Dit geheel prikkelt de energie productie en verhoogt het de intracellulaire zuurstof EN ketonen utilistatie. Waarmee dit door dopamine en testosteron geprikkelde geheel intracellulair meer ATP, meer water en meer licht ( ELF-Licht) produceert. Het faciliteert en financiert stamina, opgewektheid, uitreiking naar het nieuwe, een drang te willen paren en de intuïtieve gevoelens succesvol te zijn en optimisme over de goede afloop van de zoektocht.
Hogere dopamine signaling naar en in het meso-limbische gebied draagt bij aan het makkelijker vrij geven van emoties en voorbij schietende gevoelens. Dopamine – testosteron signaling maakt meer extravert, en meer expressief in gedrag. Het humeur van de dopaminerge testosteron gedreven individu ligt aan de oppervlakte. Het is deels nodig om in woede of agressie te kunnen ontvlammen om zichzelf tegen een aanval te kunnen beschermen of om een dier ( concurrent) te kunnen doden.
Hogere dopamine signaling naar en in het nigra-striatale gebied ( substantia Nigra ) dwingt het individu in beweging te komen. ( Restlessness – niet stil kunnen zitten – ADD en ADHD verwant denken doen en laten vooral in combinatie met signaling naar prefrontale cortex) De substantia Nigra faciliteert (samen met de kleine hersenen) ook het ‘vrijwillige bewegen’. Dat wil zeggen hoog gecoördineerd zonder nadenken bewegen. Het lichaam weet wat te doen onder alle omstandigheden. Het was hoe Johan Cruijff, Michael Jordan en heden hoe Messie door de vijandelijke linies dartelen.
Hogere dopamine signaling naar en in het tubero-infundibular gebied onderdrukt prolactine ( en daarmee ook oxytocine) vrijgave en verhoogt het de groeihormoon en testosteron productie. Een combinatie dat het vermogen tot loslaten en onthechten schenkt en minder snelle afbraak van spier en bindweefsels faciliteert. Dit laatste wordt mede ondersteunt door testosteron in combinatie met de vrijgave van myokinen uit spierweefsels. Als dit tubero-infundibulaire systeem in vrouwen hoog geprikkeld is/wordt dan schenkt het haar onderdrukte maturatie van eitjes en verlengde maand cycli. En andere baarmoeder (hals) stoornissen. Endometriose en PCOS wortelen mogelijk ook hierin.
Dit dopamine – testosteron – stress as aan geheel is het manlijke ga zoeken en jagen hormoon profiel. Het is wat met name door het XY chromosoom gefinancierd wordt. Dit XY chromosoom profiel kan innerlijke rust en vrede vinden als het zich in de baarmoeder al omarmt en gewenst heeft gevoeld en in de jongste jeugd jaren in liefdevolle aandacht is opgegroeid. Waar beide ouders voor het jongetje emotioneel beschikbaar waren. Dan kan dit onrsutige XY chromosoom het feminiene in hem ( is de X ) toelaten. Gevoelens van hechting, versmelting en Eenheid zijn het gevolg. Waarmee dit XY gedreven masculiene individu Godskrachtig wordt. Gelijkend de feminiene tegenhanger van het XX gedreven individu.
Kortom het hoge dopamine individu heeft letterlijk een andere kijk op , gevoel bij en daarmee een lossere greep op de werkelijkheid. Het hoog dopaminerge individu verschiet chronisch van kleur en meningen, maar denkt dat hij standvastig en betrouwbaar is. Zit er in dit hoog dopaminerge individu een gekwetst kind, dan is de kans groot dat hij of zij een narcist wordt. Die zichzelf de spil van het universum waant en emotioneel niet te raken is.
“De moderne mens heeft zichzelf gedegradeerd tot een denkend hoofd. Zijn lichaam is een lege huls geworden”
Ruud Elfers
Als manifestatie van onthechting is de moderne mens een schichtig wezen.
Het spreekt voor zich dat, gelijk de man, ook het vrouwelijk XX individu goed gehecht moet zijn om aan mannelijkheid te kunnen winnen. Het is voorwaardelijk voor haar overleving. Het is voorwaardelijk om haar dienstbaarheid los te kunnen laten en om aan agressie te winnen als de situaties in de omgeving dat eist van haar. Het is haar vader en haar opa ( en of haar broers) die haar dat moeten schenken. Krijgt ze dit niet geschonken dan zal ze kwetsbaar zijn en opgehangen geraken aan dienstbaarheid en in de schaduw vertoeven. Het ontbreekt haar dan aan de moed zichzelf in het licht te zetten.
Kortom verhoogde dopamine signaling geeft gedrag vrij, maakt optimistisch en nagenoeg angstloos. Waar te lage dopamine signaling ( dus relatief hoge serotonine – oestrogenen niveaus) individuen angstig voor vernietiging op de plaats houdt en somber, mogelijke depressief maakt. Het zijn mensen waar het glas altijd half leeg is.
Nu kunnen door te sterke schommelingen in de productie en de afbraak van dopamine en of in serotonine enorme schommelingen zijn in gemoed, optimisme, blijdschap en zelfvertrouwen. Bipolair stoornis en ook schizofrenie zijn daarvan enkele voorbeelden. Het kan genetisch neergelegd zijn ( uit voorouder of in baarmoeder neergelegd) of geïnitieerd zijn door trauma in vroege jeugd en of in het heden door (chronische) activiteiten van het immuunsysteem dat hersenstructuren aantast. Ook een binnen zit consumerend leven in kunstmatige elektro smog en/of chronisch psychische stress kunnen dergelijke stoornissen triggeren.
De laatste factor die bij dergelijke gedragsstoornissen een rol speelt is het vermogen van de neuronen om melanine te produceren. Onderdrukte aanwezigheid in membranen van neuronen maakt letterlijk dat er ongevoeligheid is voor licht en daarmee voor informatie. Afwezigheid van of te snelle afbraak van neuromelanine brengt duisternis en daarmee angst. Het gebied dat de integratie verzorgt van alle sensorische informatie is de de Thalamus. Een gebied dat hoog in melanine behoort te zijn. Is de Thalamus minder gevoelig voor sensorische informatie dan is het individu angstig, schichtig, rusteloos, trillend, meer rigide en meer ongecontroleerd ( in bewegen) etc.
Het is de dopamine shift die de mens onrustig angstig gehaaste maakt.
De Godskracht die vrouwen van nature bezitten, is, door de dopamine shift, hun zwakte geworden. Ze werden langzaam ter zijde geschoven door het dopamine testosteron gedreven manlijke die hun kans schoon zagen de troon te gaan bezetten. Het was de dopamine shift, die tegelijkertijd ook de verhoging het testosteron niveau financierde, en hun fysieke kracht die een patriarchale wereld deed ontstaan. Een wereld die in het heden inmiddels geregeerd en bezeten wordt door ernstig gestoorde narcitisch psychopaten die samenlevingen doen ontwrichten, de natuur vernietigen en de wereld uit de bocht laten vliegen.
Zijn chronische dorstigheid naar betekenis en positie maakt van Homo Moderni niet alleen een onrustig angstige gehaaste die overal de eerste en de beste wil zijn, maar ook een chronische leugenaar, een hielen likker, een om de tuin leider, een knollen voor citroen verkoper. En last but not least, Homo Moderni bezit een drang de ander of het andere ( psychisch) te willen kleineren, te vernederen en te kakken te zetten om , via verkleining van de ander of het andere, zichzelf te verheffen. Het is de manifestatie van zijn enorme psychische instabiliteit en zwakte als resultaat van zijn hoge dopamine status. Homo is de misleider der misleiders geworden. Het is zijn taal en dopamine status die hem dat geschonken heeft. Taal ontwikkeling is dopamine afhankelijk.
Zou de hoge dopamine status het resultaat kunnen zijn van het gaan dragen van kleding en de terugtrekking van Homo de duisternis van zijn grot (huis) in? Is het deze shift van naakt en buiten naar bedekt en binnen de reden kunnen zijn van de dopamine shift? Een shift noodzakelijk om hem weer uit zijn hol te trekken en het licht te zoeken. Ook Homo is een fotosynthetisch wezen. Binnen zit kleren draag leven maakt hem letterlijk een duister en niet te vertrouwen en kwetsbaar wezen.
Zou deze beroving van het ( innerlijk) licht Homo Moderni al zijn psychische stoornissen ( in het heden) schenken? Is het daarom dat Homo zo onrustig jagend is op beloning omdat hij zich dan eventjes verlicht voelen kan? Inmiddels ben ik ervan overtuigd dat kleding gaan dragen, binnen gaan wonen, zich vestigen in nederzettingen en de toename van sociale interacties de dopamine shift gefaciliteerd heeft. In deze aanname zit dan ook de oplossing voor een ontsnapping uit de humane neurose.
Homo Moderni leeft in een neurose en is zo ontevreden over zichzelf dat hij, via artificial intelligence, zichzelf overbodig gaat maken. Homo zal als kunstmatig Intellect het ‘eeuwig leven’ bezitten. Homo is er niet meer , terwijl Homo er toch is. Dat is Goddelijke fenomenaal. Homo heeft zijn Licht gevonden.
Met deze inleidende dopamine shift woorden, heb ik een brug willen slaan naar wat heden in de wereld gaande is.
Homo Moderni kan het leven niet meer impliciet nemen.
De oorsprong van Homo Sapiens Sapiens gaf hem grond voor zijn eenheid in zichzelf en met zijn omgeving. Heel zijn ‘Zijn’, heel zijn doen en laten werd gedicteerd en geboetseerd door de aard, structuur en het ritme van zijn omgeving. Dat wat homo Ornate ‘de oorspronkelijke’ was en voorstelde, en dat wat hij als zichzelf voelde te zijn, was gelijk de omgeving. Hij leefde het leven van het bewegende lichaam in een omgeving die beweging en versmelting uitlokte. Homo Ornate was de ‘versmoltene’
De weerstanden, tegenstellingen, obstakels en dreigingen van het leven, waren het leven zelf. De mens in wording nam ze impliciet. Pijn, honger, koude, verwonding, predatie dreiging, kortom alle ellende was als vanzelfsprekend in zijn leven opgesloten. Hij ervaarde ze niet als elementen die buiten het leven stonden en hem aangedaan werden. Er tegenop zien, ze ontwijken of uit stellen deed hij niet. Hij leefde het leven zwanger van ellende, predatie dreiging en weerstanden zonder dat hij ze als zodanig zag.
Die levende ellende dwong hem een oplossing te vinden als tegenreactie om niet te verstarren in de ellende. De oplossing was (en is) de uitweg. De oplossing was en is de uitreikende beweging naar het nieuwe. Het is die opwaartse beweging die hem ontstresste en hem genot, geluk en vrede schonk. Hij leefde een leven in stroming, in ‘flow’. Een leven gevuld met onder en boven stromingen. Een leven gevuld met tegenstellingen die hem chronisch in beweging hielden. Op zoek naar versmelting.
Aan het bezoeken van een goeroe, een coach of een psycholoog, om te leren kiezen hoe om te gaan met alle ellende en tegenstellingen, was geen sprake. Hij leefde het leven in ‘oplossing’. Dat wil zeggen dat hij de oplossing zelf werd door op te lossen.. Als manifestatie van de symbiotische versmelting was de mens in wording de ‘opgeloste’. Als resultaat van de uitreikende opwaartse beweging gericht op vinden van genot.
Zonder ellende, pijn, verwonding en dreiging staat een leven stil. Zonder ellende, pijn, verwonding en dreiging ontbreekt vervulling, ontbreekt flow. In stilstand langzaam verstarren is wat de moderne ‘presenteerblaadje- samenleving’ de moderne mens aanbiedt. De op gemak dient de mens samenleving ondermijnt creatie. Ze ondermijnt daarmee stroming en vervulling.

De moderne samenleving ontzielt subtiel het individu
De moderne samenleving ondermijnt beweging en ze ontzielt heel subtiel het individu. Met terugtrekking, lusteloosheid en ‘geen zin hebben’ als enkele expressies van de ontzieling. Het individu in deze toestand van ‘Zijn’ heeft wilskracht, discipline en targets nodig om in beweging te komen. Groot dromen, goalsetting, targets, hoge latten en succes visualisaties zijn heden de moverende krachten die beweging forceren. Het is het bewijs van zijn onvermogen in ‘oplossing’ ( als opgeloste) te leven.
Homo Sapiens Sapiens Ornate , de ontluikende mens, zoals ik ons voor het gemak maar noem, was toentertijd subject in zijn omgeving. De één was de ander in omdraaiing. Ze waren aan elkaar ondergeschikt. Ze gaven aan elkaar een fundament voor bestaan, ontwikkeling en wording. Terwijl de toenemende zelfbewustheid hem tegelijkertijd als object tegenover zijn omgeving ging plaatsen. Die bewustheid gaf hem het besef los te bestaan van dat wat om hem heen leeft. Zo werd hij object van zichzelf die zichzelf spiegelde in zijn omgeving. Waarmee Homo Sapiens Sapiens Ornate zichzelf als individu leerde ontdekken.
Homo Sapiens Sapiens Ornate had zijn grond gevonden in verschillende ondersoorten van archaïsche mensachtigen. Mensachtigen die hoogstwaarschijnlijk alleen in Afrika hun wortels hebben gehad. Via Homo Erectus, de rechtopstaande , Homo Habilis, de handige, en Homo Heidelbergensis, de heidelbergmens, ontgroeide het archaïsche langzaam het dierlijke. Met Homo Sapiens Sapiens als de manifestatie van die ontworteling. Een ontworteling die nog immer voortschrijdt. Een voortschrijding die het fundament is van een neurose.
De ‘opgeloste’ is de ‘afzonderlijke’ geworden.
Een neurose die zich in de moderne samenleving manifesteert in ‘onbegrepen’ en vaak onbewuste angsten voor het leven. Angsten die het moderne individu verhinderen bevrijdt te leven. De hoge zelfbewustheid plaatst de moderne mens tegenover de wereld. De moderne voorkwabmens leeft zijn leven in psychische afzondering van het geheel. Dein het geheel ‘opgeloste’ is de ‘afzonderlijke’ geworden. ‘Disconnected’ van zijn oorsprong en zijn omgeving.
Vanuit zijn toenemende objectiverende houding is de mens in wording de wereld steeds meer als een te manipuleren entiteit gaan beschouwen. Zijn voortschrijdende zelfbewustheid schonk hem het vermogen te wanen. Het schonk hem het vermogen te hallucineren en te dromen in wensbeelden. Het schonk hem het vermogen het niet bestaande voor te stellen. Met als gevolg dat Homo Sapiens Sapiens langzaam aan zijn eigen omgeving naar zijn hand ging zetten.
Waar zijn oorspronkelijkheid en zijn wereld toentertijd elkaars spiegelende gelijken waren, leeft de moderne voorkwabmens in de veronderstelling dat hij een individu in afzondering is. Dat hij een op zichzelf staand wezen is, tegenoverstaand de wereld.
Daar waar hij toentertijd subject was van het geheel, is de moderne mens, als gevolg van zijn zelfwaarneming, een object geworden. Hij en de wereld zijn twee verschillende entiteiten. Met als resultaat dat onderhuids conflict smeult.
De ontworteling van zijn oorsprong heeft inmiddels een kloof gecreëerd tussen het oorspronkelijk subjectieve ‘Zijn’ en het nieuwe ‘objectiverende ‘Zijn’. Het is een kloof tussen de ziel en de beschouwende en beoordelende verstandelijkheid. Het is een kloof tussen instincten, intuïties, gevoelens en de cognitie. De kloof zet het ego, dat wat ik in gedachten denk te zijn, tegenover zijn ziel. Tegenover dat wat hij diep van binnen voelt te zijn. Het vluchtig oppervlakkige van het denken staat daarmee lijnrecht tegenover zijn aarding. In dit innerlijk conflict ligt de neurose opgesloten. Een neurose die grond geeft aan een angst voor het leven.
“Er zit een kloof tussen intuïties en instincten en het ego. Er zit een kloof tussen de ziel en de beschouwende, de beoordelende en calculerende verstandelijkheid. “
Ruud Elfers
De moderne mens bezit nog immer zijn subjectiverend vermogen. Zijn verstand drukt het meestal weg of negeert het gewoon. Het ego kan in afwijzing zeer bot zijn. De subjectiviteit wortelt in het limbische systeem. Als de expressie van zijn instincten en intuïties is dit centraal gelegen in de hersenen gelegen gebied hèt gevoel- en emotiecentrum. Gevoel en emoties in dit centrum worden vice versa waargenomen met de rechter prefrontale cortex.
Het zijn de middenhersenen en de rechter cortex die aan ons onze aarding geven. Die aan ons ons ‘Wezen’ geven. Die aan ons ons gevoel geven ‘spirit’ te zijn. Die aan ons ons het gevoel geven in verbinding geworteld te in onszelf. Omdat het individu niet in een vacuüm leeft staat dit wezenlijke gevoel van aarding niet los van de omgeving.
Als dat diepe wezenlijke zich thuis, gewenst, vertrouwt en veilig voelt in zijn omgeving, zal het aan het individu een diep gevoel van ‘in vrede ‘Zijn’ schenken. De versmelting van de spirit van zijn wezen met de spirit van zijn omgeving schenkt vreugde, genot en geluk met overgave als de expressie van het wederzijdse begrip, aanvaarding en vertrouwen. Het individu springt het leven in omdat het de landing vertrouwt.
Het verschil met de archaïsche mens in wording is dat de moderne mens vanuit zijn psychische afzonderlijke positie tot versmelting moet komen . Waar de archaïsche mens, als uitdrukking van de uitreikende beweging, de ‘opgeloste’ was. De archaïsche mens sprong immer het leven in. Waar de moderne mens moed moet verzamelen om te springen.
De moderne mens kan als ‘waarnemer’ iets van afstand en beoordelend bekijken. We bezitten een sterk beschouwend, een sterk waarderend, een sterk ‘objectiverend’ vermogen. De beschouwingen geven feedback over ons ‘Zijn’, waarvan het ‘ego’ de wording is.
Ik zie het ego als een ‘objectiverende zelfstandigheid’ die, als gevolg van zijn beschouwende en onderscheidend vermogen, een ‘wil tot betekenis’, een drang tot van meerwaarde te willen zijn, ontwikkelde. Dit fenomeen wortelt in onze linker prefrontale cortex. Het is deze hersenhelft die ons laat uitreiken naar het nieuwe, die ons motiveert wensbeelden na te jagen, die ons heel subtiel tot creatie en het vinden van genot dwingt. Het is deze cortex die ons het vermogen tot verbeelden en hallucinatie geeft.
De moderne mens objectiveert niet alleen zichzelf , maar de ‘wereld’, de individuen in zijn omgeving, zien hem ook als object. Een object dat naar ideaalbeelden gekneed, geschaafd, geschilderd en geboetseerd kan worden. Dit object fenomeen geeft daarmee ook grond aan kuddegedrag en laat homo mee doen met modetrends, hebbedingetjes en machtspelletjes. Het is deze linker cortex die de moderne mens tevens gevoelig maakt voor controle. Wat betekent dat de ander, het andere of een systeem grip heeft gekregen op het object dat hij is waarvan hij dacht dat het een onafhankelijk en vrij zèlf was, met een vrije wil. Die zijn eigen keuzen maakt. Het blijkt een illusie. Het is slechts een verwaning van een wens van cognitieve calculerende vermogens.
Vanwege deze objectiverende waarneming tegenover de wereld te staan heeft homo Sapiens Sapiens Moderni de neiging de weerstanden, de tegenstellingen, de pijntjes en verdrietjes, die het leven nu eenmaal bij zich draagt, te zien als obstakels die hem belemmeren op zijn pad naar het gewenste.
Homo Sapiens Sapiens denkt in begrippenparen.
Het leven van de moderne mens beschouwt hij als bezaaid met hindernissen, kuilen, bulten. Het is ‘ellende’ die hij overwinnen moet om zijn doelen, targets, hebbedingetjes en macht te verkrijgen. Vanuit deze waarnemend beoordelende houding wordt hij kwetsbaar voor faalangst, voor gevoelens van onmacht, voorgevoelens van ontoereikendheid en van minderwaardigheid.
Die obstakels kan hij als onneembaar groot ervaren waardoor het individu ze gaat ontwijken of uitstellen of door een ander oplossen laat. Het niet halen van doelen of targets of het niet krijgen van het gewenste levert hem frustratie stress. Het leven kan zeer stroperig en ‘stressie’ aan gaan voelen.
De moderne voorkwabmens is zijn subjectiviteit, zijn bestaan als deel van het geheel, ontgroeid. Homo Sapiens Sapiens Moderni kan het leven niet meer impliciet leven, zoals zijn verre voorouders dat wel konden. Die leefden het leven in coherentie, in congruente symbiose. Zij waren het geheel, zij leefden impliciet. Het impliciete zit in het ervaren dat het leven, dat nu eenmaal zwanger is van ellende, weerstand, afscheid, verdriet , pijn en dood, niet als zodanig wordt waargenomen.
Het is als de 1000 meter schaatser die, met het zuur in zijn benen, op volle snelheid de laatste bocht naar de finish nemen moet. Als hij die bocht niet aanvaard als het impliciet van schaatsen. Als hij die bocht naar gaat kijken als angstige toeschouwer bang voor de val en de pijn, zal hij uit de bocht vliegen. Dat wat zijn brein hem voorstelt overkomt hem. Zo is het in het leven ook. De individuele beschouwende voorspelling vindt plaatst vanwege het voorgestelde.

Elk individu dat het leven ervaart als een ontmoetend ervaren zwanger van 1000 meter bochten, weerstanden en tegenstellingen, zal het individu zijn dat in overgave het leven in springt. Zijn waarneming van de ellende blijft beperkt tot het ervaren van die weerstandige ellende. Dat ervaren prikkelt het individu tot gedrag. Dat gedrag absorbeert de ellende. Waarna het klaar is met deze weerstandige ervaring en op weg gaat naar de volgende. Life is Life and by itself an experience of all it offers.
Geen zorgen, geen pijntjes en geen verdrietjes die blijven hangen. Eventjes schudden en klaar voor de volgende ervaring. Zo leeft alles in de natuur. Zo leefden onze voorouders. Hoog alert, hoog gevoelig en daarmee hoog bewust in een brede oriëntatie op de wereld om hen heen. Die oriëntatie gaf grond aan zijn denken doen en laten.
Er was geen ‘mindsetting’, het ontbrak aan NLP affirmaties, er waren geen coaches die je bij de hand namen, er waren geen doelen en hoge latten. De oriëntatie op het leven was impliciet dat alles. Heel het ‘Zijn’ van Homo Sapiens Sapiens Ornate was de uitdrukking van die oriëntatie. De mens in wording was de manifestatie van de weerstanden, de ellende, de gedoetjes zelve.
Hij sprong over hoge latten, hij beklom hoge bergen, zonder dat iemand of een systeem hem die latten en bergen voorschotelde. Dat doet alleen Homo Sapiens Sapiens Moderni. De eerste oriëntatie van de moderne mens gericht is gemak en afgewend te zijn van pijn en ellende. De moderne mens is gericht op het vermijden van lijden, pijn en ellende. Hij kan niet meer lijden. Alle obstakels, hindernissen en ellende is voor hem een horde die hem overkomt waardoor hij zich gedwongen voelt er over heen te springen. Dat dwang tot springen noemt hij discipline en kost hem wilskracht. Het is de reden waarom de moderne mens energetisch leegloopt.
Homo Sapiens Sapiens kan het leven niet meer impliciet leven. Vanwege zijn objectiverende houding ten opzichte van het leven, ervaart hij de weerstanden en ellende als obstakel. Obstakels waar hij liever om heen loopt en vermijdt. Zijn eerste oriëntatie op het leven is afgewend te zijn van pijn verdriet en ellende. Hij wil een leven in een rimpelloze flow leven.
Hij wil leven in afwezigheid van turbulentie, van ellende, van gedoetjes. Komt hij ze tegen dan noemt hij ze uitdagingen. De gedoetjes van het leven staan als het ware buiten het leven en moeten in uitdaging overwonnen worden. Het succes van de tocht naar overwinning hangt af van hoe je er mee omgaat, krijgt hij dan van de mindset-coaches te horen

Vanwege dit objectiverende fenomeen leeft de moderne mens in een tijd van trechterende focus, van mindsetting, van NLP-coaches, van affirmaties, van hoe met iets om te gaan en van Mindfulness. Het feit dat deze fenomenen bestaan is het bewijs dat de moderne mens tegen de tegenstellingen van het leven opziet. Met wilskracht moet hij zijn aandacht bewust richten en een strategie van omgang bepalen om de uitdagingen van het leven te overwinnen.
Er zijn ook individuen die zichzelf moed en sterkte in moeten praten, roken, spuiten of drinken om te voorkomen dat hij aan de weerstanden, de ellende, de pijn en verdrieten van het leven bezwijkt. In de moderne samenleving is het heel normaal geworden bij therapeuten en goeroes hulp te zoeken om de uitdagingen van het leven aan te kunnen.
“De in het hoofd vastzittende mens neemt het leven expliciet , waar het impliciet hoort te zijn“
Het is het bewijs dat het leven homo spaiens sapiens zijn leven expliciet leeft. Dat hij denkt dat zijn leven hem overkomt, dat het leven buiten hem plaatsvind. Die waarneming kan zover gaan dat het individu in angst voor het leven gaat leven. In de veronderstelling dat het leven hem iets wil aandoen, dat het leven het op zijn leven gemunt heeft. Dat hij met het leven niet mee mag doen.
“Het hoofdige individu staat zover van zichzelf af dat het zichzelf niet meer verstaat, ondanks het gekakel in zijn hoofd.”
Ruud Elfers
Het zijn de voorkwabben die een wil tot onderscheiding deed ontstaan
Het zijn de voorkwabben die de moderne mens zijn objectiverende zelfwaarneming schenken. Een zelfwaarneming die de mens een ‘Ik ben’ besef geven. Een zelf beseffend ‘Ik besta omdat ik mezelf als object waarneem’. Dat zelfbesef noemt de mens zijn ego. Het grappige is dat de oorsprong van het woord ego, god betekent. Wat staat voor ’ik ben’.
De voorkwabmens ontwikkelde daarmee een wil tot onderscheiding, een wil tot verheffing, een wil tot betekenis. Om het object, dat hij als zichzelf ervaart, in verheffing als waardevoller dan de rest te achten. Een toestand die het ego ervaart als Hoogachtend. De voorkwabmens leeft daardoor in de illusie dat hij zichzelf creëert.
Hij wilde zich onderscheiden van zijn omgeving door zijn subjectiviteit op te geven. Het bracht hem dat wat hij wilde vermijden, een volledig meedoen met en opgaan in de massa. Een massa die hij zo graag wilde ontvluchtten. Het heeft hem opgehangen aan een conflict tussen vrij en onafhankelijk willen zijn en maar zich gevangen en afhankelijk te weten.
Hoezeer zijn ego ook zijn best doet zichzelf in hoogachting te onderscheiden van de wereld, zijn ziel, zijn innerlijke wezen, dat nog immer zijn subjectiviteit vertegenwoordigt, voelt dat die onderscheiding een illusie is. Dat innerlijke wezen is nog immer de antenne waarmee het individu en zijn omgeving elkaars beïnvloedende spiegelingen zijn. Het is het ego dat dat afwijst.
Deze afwijzing initieert een diepe zielengevoel, een diep wezenlijk gevoel van verwaarlozing en ontkent te zijn. Deze afwijzing geeft grond aan een innerlijke, vaak onbegrepen, conflict. Een conflict dat de neiging heeft zich in zichzelf vast te schroeven, waarmee het een neurose wordt. Waarmee het een angst wordt die wortelt in het innerlijke gevoel chronisch bedreigd te zijn. Zijn ego blijft zichzelf als object tot zelfcreatie zien, terwijl zijn ziel daar tegen protesteert. Het individu krijgt het niet voor elkaar zijn eenheid te hervinden, omdat het tegen zichzelf strijd.
Een ziel, een innerlijke ‘wezen’, die door het ego als subject afgewezen wordt, dat als energetisch leverancier van gevoel en emotie, ontkent wordt te bestaan en zich als ziel weggezet voelt een illusie te zijn, initieert onherroepelijk in elk individu ooit eens een zoektocht naar zichzelf. Een zoektocht die de ziel opstart om het voorkwab-ego bewust te maken van zijn oorsprong, zijnde het subject bezield lichaam, waarvan het ego, het ik besef, feitelijk de reflectie is. Het individu die deze versmelting tot stand brengt ontdekt zijn bezieling en daarmee zijn spiritualiteit. Waarmee het lichaam zijn oorspronkelijke eenheid hervonden heeft.
Waar zijn ziel een zoektocht naar binnen toe gericht prefereert, zijn het zijn voorkwabben die de voorkeur geven aan een tocht weg van zijn binnen leven, weg van zijn lichaam. Het zijn zijn voorkwabben die hem niet alleen gescheiden houden van zijn omgeving, maar tevens een innerlijke kloof in zijn wezen creëert. Zijn lichaam en zijn voorkwabben zijn twee los van elkaar functionerende entiteiten.
De voorkwab mens rent in veronachtzaming van zijn lichaam en onverschillig van zijn binnen leven in haast achter zijn ego en haar ideaalbeelden aan. Het in zijn hoofd vastzittende egoïstische individu is een gefragmenteerde individu waar lichaam, ziel en zijn voorkwab ego als los zand aan elkaar hangt.
Waar hij oorspronkelijk door zijn omgeving geboetseerde en niet mis te verstane lichaamstaal als communicatie middel gebruikte, is taal dat heden ten dage. Waar een lichaam nooit liegt tegen zijn omgeving, kan de moderne mens met taal illusies opwekken. Taal biedt hem de mogelijkheid een schijnwereld te creëren. De vluchtigheid van de woorden kunnen zo glad zijn als een aal. Met taal en honingzoete woorden kan hij zijn werkelijke intenties bedekken.
De voorhoofd kwabben hebben deze wording geïnitieerd. De wereld van de voorkwabmens is een wereld van schijnheiligheid, van draaikonten, van rookgordijnen, van manipulaties, van in scene gezette berichtgeving, van najagen van wens- en waanbeelden. De wereld van de voorkwabmens is een toneelstuk waar hij zowel toeschouwer als deelnemer is. De wereld van de voorkwabmens is een volledig geregisseerd leven waar illusie en waarheid strijden om de werkelijkheid.

De wereld van de voorkwabmens is een wirwar van belangenverstrengelingen.
De wereld van de voorkwab mens is een groot wirwar van belangverstrengelingen, van achterbaksheid, van achterkamertjes politiek, van brallerig elitaire kakkineus pretentieus gedrag. De wereld is daarmee één groot complot. Een situatie waarin alles en iedereen elkaar als vijand ziet en wil vernietigen door hem te degraderen tot minderwaardige. Hetgeen gelijk is aan psychische castratie.
Dit complot fenomeen heeft zijn intrek genomen in het dagelijkse doen, denken en laten van het gemiddelde individu. Waar het dier volledig in overeenstemming en zonder twijfel binnen de grenzen van zijn ‘Zijn’ acteert, hinkt de mens chronisch heen en weer tussen de illusie en de waarheid, tussen zijn hart en zijn verstand, tussen wie hij is en wie hij, ingefluisterd door de ideaalbeelden van de maatschappij, zou willen of moeten zijn.
Een situatie waarin alles en iedereen bij elkaar vliegen afvangt, elkaar om zeep wil helpen omdat alles en iedereen de wereld als vijand ziet. Het bezielde individu die dit fenomeen gewaar wordt en de stem in waarschuwing, voor de vernietigend kracht van het complot, verheft, wordt door het complot zelf als complot denker en daarmee als melaatse vijand, weggezet.
Ooit ver terug in het verleden kon de wordende mens zich nog gewoon “zich ontluikend mens” voelen. Hij leefde in bewustzijn zijn leven in respect en waarachting van zijn omgeving. Waar hij als gevolg van zijn ontluikende zelfbewustzijn tegenover de grote en onbegrepen krachten van de natuur kwam te staan. Krachten die de ontluikende mens angst inboezemde vanwege het raadselachtige mystieke waarop hij geen zicht en vat had. De angst voelde als een complot van de natuur tegen zijn opstanding. Het moest wel een straf voor zijn ontluiking en het weg groeien van zijn natuurlijke oorsprong.
Er ontstonden offer rituelen, spiritueel dansen en teksten om de Goden gunstig te zinnen. Een basaal zelf bewustzijn dat uiteindelijk uitgroeide tot een zeer sterk ego bewustzijn dat in verafgoding van zichzelf zijn eigen omgeving als vijand ging beschouwen. Een vijand die hij vooral met de kracht van zijn taal naar zijn hand wil zettend’.
“Conform haar bron het universum, leefde de mens in wording ooit een leven in waarachting en eerbied voor zichzelf en het andere ”
Ruud Elfers
Ooit leefde de mens het leven van het bewegende lichaam.
Toentertijd leefde de ‘zich ontluikende’ nog het leven van het bewegende lichaam in een omgeving die beweging in hem aanwakkerde. Met dit bewegende bestaan was hij vervuld. Hij leefde het leven in beweging. Hij leefde het bewegende leven zwanger van obstakels, zwanger van honger en dorst, zwanger van verwonding, zwanger van bacteriële en virale infectie dreiging en zwanger van de dreiging opgegeten te worden. Dit leven had slechts het objectief leven. Dit leven had slechts het objectief in beweging te zijn om leven door te geven.
De ontluikende mens leefde in volledige aanvaarding van de krachten van de natuur waarmee hij zo versmolten en vertrouwd was. Deze aanvaarding gaf grond aan zijn bloei omdat de tegenstellingen en krachten van de natuur hem worteldiepte en stamdikte schonk. Als resultaat van zijn ‘strijd’ ontdekte hij langzaam aan zijn individuele potenties. Met waarachtigheid als geschenk van al die turbulentie.
Dat wat hij was , was dat wat hij bracht. En daar stond hij vierkant achter naast en voor. Zijn lichaamstaal vertelde het de omgeving allemaal. Open, eerlijk en oprecht. Hij leidde een leven dat ook nergens heen hoefde. Van ideaalbeelden, doelstellingén , targets halen en van hoge latten was geen sprake. Het leven van de ontluikende mens was een ‘Zijnsvorm’ in beweging, rijk aan tijd en waarachtigheid.
Van deze oorspronkelijke vervulling van het leven is de moderne mens volledig vervreemd. De moderne mens zit zijn leven uit en moet en wil zoveel bereiken. Zijn beweging is een geestelijk in beweging zijn waar ideaalbeelden nagejaagd worden, omdat hij anders het gevoel mist te leven. Onder invloed van zijn zelfbewustzijn kent de moderne mens een hunkering naar eigendom, naar controle, naar macht, naar erkenning en waardering, omdat het zijn bestaan en de waarde van zijn creatie bevestigt.
Een situatie waarin de mens de ander en de wereld eerder als vijand en concurrent ziet, dan als vriend en metgezel. De moderne mens heeft zich van zijn voorouderlijk ‘Zijn’ gedistantieerd, heeft zijn eigen habitat gecreëerd en is haar eenheid als ‘bewegende Zijnsvorm’ verloren. De moderne mens is een hoofdig wezen.
Hij is van bewegend en spiritueel geworteld wezen met stamdikte, geworden tot een broze ‘talking head’ die bewegingsloos vastgeplakt op een stoel zijn meningen en illusies de wereld in slingert. Hij leeft het haastige leven in angst de boot te missen. Hij leeft zijn leven in gebrek aan tijd. Hij is niet alleen de tijd verloren. Ook zijn waarachtigheid is hij onderweg kwijt geraakt. De moderne doe alsof mens is verworden tot de leugenachtige. Die de illusie als waarheid verkoopt. En tegen de waarheid zegt hij dat hij een complot denker is.

De keerzijde van zijn huidige leefsituatie is dat de moderne mens zichzelf zowel lichamelijk als geestelijk in een existentieel vacuüm plaatst. Een lichamelijk vacuüm omdat hij zich van het bestaan van zijn lichaam nog amper bewust is. Met als resultaat dat hij niet meer weet wie hij werkelijk is, waartoe hij in staat is en welke krachten hij bezit. De weerklank van dat vacuüm is dat zijn lichamelijkheid zich als een waas aan hem voorbij trekt. De moderne mens is de spirit van zijn lichaam kwijt.
Een geestelijk vacuüm omdat de omgevingsinvloeden chronisch zijn verstand en cognitieve vermogen aanspreken en alle aandacht weg van het lichamelijk spirituele zelf naar buiten toe trekt. Zijn psyche ontwikkelt de neiging zichzelf in zijn denken te verstrikken, waarmee het individu in zichzelf verstikt. De echo daarvan is dat hij zijn gevoel en emoties naar de achtergrond wegdrukt waardoor ze langzaam vervagen.
.
De moderne Mens is de spirit van zijn wezen kwijt.
De spirit van zijn lichaam, die wortelt in zijn innerlijk wezen dat zich manifesteert in zijn levenslust, in zijn levenskracht , in zijn energetische lading, die spirit is grotendeels afwezig in het overgrote deel van de bevolking in de westerse mens. Het drukt zich uit in lusteloosheid, in chronische moeheid, in burn out op te jonge leeftijd, slappe blubberigheid van het lichaam, in angst voor de dood.
Het bezielde lichaam is een lichaam in beweging, waarmee het een spiritueel lichaam in uitreiking naar de wereld is. De spirit van dat lichaam is zichtbaar in de shine van zijn sensualiteit. Een sensualiteit waarmee het lichaam wil uitdrukken dat het graag subject wil zijn van het geheel. Een sensualiteit waarmee het lichaam uit drukken wil in innige versmelting met de wereld te willen leven. Het overgrote deel van de mens is sensueel mat gekleurd of is zelfs die glans verloren. Het is het teken dat het individu zich afkeert van versmelting. Hetgeen gelijk is aan de uitdrukking allergisch te zijn voor versmelting.
Het ontzielde lichaam leeft in deze neurose omdat hij, gedwongen door zijn ego, de wereld niet erkent als zijnde het subjectieve zelf. De wereld is de vijand. Waarmee hij vijandig tegen over zichzelf komt te staan. Het is deze neurose waaraan een steeds groter wordende groep jonge mensen is opgehangen. Het drukt zich uit in allergieën, in auto immuunziekten, waaronder artrose, kanker, neurologische hersenziekten waaronder Alzheimer en MS.
Als manifestatie van zijn ego is Homo Sapiens Sapiens het besef kwijt een ‘waarschijnlijkheid’ te zijn van de Almacht van het Universum
Ruud Elfers

